Robin van Rijthoven

160 Appendix hun verbaal leervermogen als het gaat om hun spellingvaardigheid. Er werden geen effecten gevonden van de verbale consolidatie op lezen of spelling. Mogelijk doordat consolidatie meer samenhangt met de toegankelijkheid van de talige kennis zoals bij benoemsnelheid het geval is. De rol van de geïntegreerde lees- en spellingbehandeling In hoofdstuk 3, 4 en 5 worden de analyses beschreven waarmee werd onderzocht of het stimuleren van het orthografisch netwerk door middel van een geïntegreerde lees- en spellingbehandeling bij kinderen met dyslexie bijdraagt aan hun lees- en spellingvaardigheid. Daarnaast werden verschillende cognitieve factoren gerelateerd aan de vooruitgang die de kinderen met dyslexie lieten zien in de behandeling. Hiermee werd onderzocht of individuele variatie in de vooruitgang vanuit die cognitieve factoren te verklaren valt. Vooraf werden positieve effecten verwacht van dit type behandeling, omdat zo’n geïntegreerde behandeling niet alleen de verbindingen tussen orthografie en fonologie versterkt (wat bij lezen gebeurt), maar ook de verbindingen tussen fonologie en orthografie (bij spelling). De relatie tussen beide onderdelen van het netwerk wordt zo vanuit twee richtingen versterkt in plaats vanuit slechts een van beide richtingen. In hoofdstuk 3 werd onderzocht of kinderen met dyslexie profiteren van een geïntegreerde lees- enspellingbehandelingdoorhentevergelijkenmet leeftijdsgenoten in de normgroepen van de gebruikte testen. De resultaten lieten zien dat de kinderen met dyslexie gemiddeld genomen meer groeiden dan hun leeftijdsgenoten in de normgroepen van de verschillende taken; de kinderen met dyslexie maakten een inhaalslag. Na de behandeling behoorde bijna de helft van de kinderen niet meer tot de zwakste 10% voor spelling, iets meer dan een kwart van de groep behoorde niet meer tot de zwakste 10% voor pseudowoord lezen en bijna een derde van de groep behoorde niet meer tot de zwakste 10% voor het lezen van bestaande woorden. Ondanks het feit dat dit mooie resultaten zijn blijft een substantieel deel van de groep nog altijd een zwakke lezer en een kleiner -maar nog altijd significant- deel van de groep een zwakke speller. Dit laat zien dat de lees- en spellingproblemen van kinderen met dyslexie hardnekkig zijn. Individuele verschillen in de vooruitgang bleken we niet te kunnen verklaren door individuele verschillen in cognitieve profielen bestaande uit fonologisch bewustzijn, benoemsnelheid en verbaal werkgeheugen. Het effect van de geïntegreerde lees- en spellingbehandeling is dus niet afhankelijk van de ernst van de fonologische tekorten van de kinderen met dyslexie. In hoofdstuk 4 werd onderzocht of kinderen met dyslexie na een geïntegreerde lees- en spellingbehandelingvooruitgang laten zienop zowel fonologische (minder fonologische fouten) als orthografische spelling (minder morfologische en orthografische fouten).

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw