Hanna de Jong-Markus

192 omdat geïndividualiseerde religie toeneemt en de formele ideeën van schoolbesturen en kerkenraden daarmee minder bepalend zijn geworden. De centrale vraag in dit tweede deelonderzoek luidt daarom als volgt: In hoeverre is de monoreligiositeit van de school belangrijk voor leraren die op orthodox-christelijke basisscholen in Nederland werken, en wat zijn de redenen daarvoor? Het orthodox-protestantisme vormt een bescheiden subcultuur in de Nederlandse samenleving, maar ze is niet meer zo gesloten als in vroeger tijden. Orthodox-christelijke scholen verwijzen in hun statuten naar de Bijbel en de gereformeerde geloofsbelijdenis. Hoewel scholen alleen door ouders en niet door kerkelijke organisaties kunnen worden opgericht, bestaan er vaak wel nauwe relaties tussen de orthodox-christelijke basisscholen en de plaatselijke kerken. De leraren in de orthodox-christelijke basisscholen zijn praktiserend lid van orthodox-protestantse kerken. Sommige orthodox-christelijke basisscholen verwachten dat ook van hun leerlingen, terwijl andere scholen kinderen ongeacht hun levensbeschouwelijke achtergrond toelaten. Leraren van orthodoxchristelijke basisscholen zijn geneigd om hun geloofsopvattingen te verbinden aan het curriculum en de pedagogiek. Er is zeer weinig onderzoek gedaan naar de beweegredenen van leraren om voor een orthodox-christelijke basisschool in plaats van een algemeen-christelijke of andere school te kiezen. Er zijn echter wel enkele onderzoeken beschikbaar over de opvattingen van leraren in het Nederlandse orthodox-christelijke onderwijs ten aanzien van de religieuze dimensie van de school en van hun beroep. Deze studies laten zien dat het monoreligieuze kenmerk volgens leraren belangrijk is. Het meeste internationale onderzoek naar de schoolkeuze van leraren gaat over zaken als salarisvoorkeuren, de steun van schoolleiders en de kenmerken van leerlingen in een school. Er is daarentegen één onderzoek waarin wordt benadrukt dat de schoolkeuze van leraren uiteindelijk bepaald wordt door de vraag of zij zich op hun gemak voelen in de school. In Nederland wordt wel regelmatig onderzoek gedaan naar de schoolkeuze van ouders die kiezen voor orthodox-christelijk onderwijs. Daaruit blijkt dat de schoolkeuze van deze ouders zich onderscheidt van die van ouders van andere christelijke scholen, omdat ze een sterkere nadruk leggen op de religieuze dimensie van de school en een nauwe relatie tussen gezin en school onderstrepen. Empirisch onderzoek in de internationale context laat vergelijkbare redenen zien waarom ouders een school met een specifieke confessionele identiteit kiezen voor hun kind(eren), namelijk: de aandacht voor religieuze en culturele tradities, de bescherming tegen invloeden van buitenaf, het bieden van een specifiek sociaal en moreel kader, en de gerichtheid op het vasthouden van het geloof.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw