Hanna de Jong-Markus

Samenvatting 185 waar meer dan de helft van de individueel geïnterviewde leraren is afgestudeerd. Er wordt gebruikgemaakt van diepte-interviews omdat deze passen bij het onderzoeken van persoonlijke en gevoelige kwesties. Met focusgroepinterviews kan de breedte van opvattingen over een (mogelijk) spannend onderwerp binnen een organisatie in kaart worden gebracht. Daarnaast pasten focusgroepinterviews in de context van het huidige onderzoek, omdat de deelnemers daardoor gestimuleerd konden worden om verder na te denken over en te reflecteren op hun dagelijkse praktijk. Deelnemers aan de individuele interviews Omdat orthodox-christelijke basisscholen onderling sterk verschillen, wordt bij het trekken van de steekproef een strategie gebruikt die gericht is op maximale variatie. De deelnemers zijn individuele leraren, maar de steekproeftrekking is gebaseerd op schoolkenmerken omdat juist de monoreligieuze kenmerken van de school het uitgangspunt van dit onderzoek vormen. De selectiecriteria zijn: de denominatie van de school, de grootte van de vestigingsplaats en het aantal orthodox-protestanten in de vestigingsplaats. Daarnaast liggen alle scholen in een straal van 50 kilometer rond Utrecht en is er maximaal één school uit dezelfde plaats betrokken. Voor elke unieke combinatie van selectiecriteria is willekeurig een school geselecteerd en is de leraar van groep 7 of groep 6 uitgenodigd om deel te nemen. In totaal werden 47 scholen benaderd, wat resulteerde in 15 deelnemende scholen. 3 van de mogelijke categorieën konden niet in de steekproef worden vertegenwoordigd. 16 leraren van 15 verschillende scholen hebben aan dit onderzoek deelgenomen: Adam, Anna, Danïel, Emma, Femke, Floris, Gijs, Hugo, Jan, Jasmijn, Lieke, Luuk, Nora, Ruben, Sanne en Teun (fictieve namen). Lieke en Sanne werken op dezelfde school en wilden alleen meedoen als ze samen geïnterviewd konden worden. De leraren waren afkomstig van 7 reformatorische, 4 gereformeerd vrijgemaakte en 5 protestants-christelijke scholen, waarvan er minstens 7 een open toelatingsbeleid voor leerlingen hebben. Er waren 7 vrouwen en 9 mannen, en zij waren gemiddeld 35 jaar oud. De meeste leraren werkten (bijna) fulltime en gemiddeld hadden ze ruim 11 jaar werkervaring in het onderwijs. De helft van de leraren werkte op het moment van de interviews op de school waar ze hun carrière als leraar begonnen waren. Alle leraren zijn opgeleid aan christelijke hogescholen. De deelnemers beschouwden zichzelf als representatief voor het orthodox-christelijke onderwijs. Bijna allemaal gaven ze aan dat het christelijk geloof zeer belangrijk voor hen is, en de meeste deelnemers zijn (zeer) actief betrokken bij hun kerk. De deelnemers kwamen uit 5 verschillende kerkgenootschappen en waren allemaal belijdend lid. Iedereen gaf aan zich thuis te voelen in het orthodox-christelijke klimaat.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw