Hanna de Jong-Markus

Samenvatting 183 in orthodox-christelijke scholen wordt omgegaan met enerzijds de religieus diverse samenleving en anderzijds de religieuze eigenheid. In de afgelopen twintig jaar zijn in de Nederlandse context enkele empirische onderzoeken uitgevoerd die hier indirect over gaan. Deze studies laten zien dat niet alleen externe religieuze diversiteit (de verschillende religies en levensbeschouwingen zoals die in de samenleving zichtbaar worden) een rol speelt, maar dat ook binnen orthodox-christelijke scholen religieuze verschillen bestaan, bijvoorbeeld op basis van verschillende kerkelijke denominaties. Het is opvallend dat beide aspecten die als kenmerkend worden gezien voor de ontwikkeling van het islamitisch onderwijs in Nederland recent ook meer voor orthodox-christelijke scholen lijken te gelden: de interne diversiteit is toegenomen en de scholen ervaren een bepaalde argwaan vanuit de samenleving. Om beter te begrijpen hoe in scholen met monoreligieuze kenmerken wordt omgegaan met de religieus diverse context van de samenleving is het zinvol om te letten op het denken en handelen van leraren, want zij zijn degenen die uiteindelijk het onderwijs realiseren. Bovendien wordt de leraar beschouwd als een social change agent. Omdat lerarenbewustekeuzesmoetenmaken inhunwerk, ishet voor henbelangrijkomdaarvoor een normatief kader te hebben of zo’n kader op te bouwen. Lerarenopleidingen moeten ervoor zorgen dat leraren in staat zijn om hun beroep uit teoefenen. Daarom spitst dit onderzoek zich verder toe op wat het inzicht in het denken en handelen van leraren met betrekking tot de genoemde thema’s kan betekenen voor de lerarenopleiding. Dat sluit bovendien aan bij het feit dat de aard en kwaliteit van het curriculum in de initiële lerarenopleidingen belangrijke aandachtspunt zijn bij het versterken van de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs inNederland. Als het gaat omaanstaande leraren inorthodoxchristelijke basisscholen kunnen specifieke vragen naar voren komen, omdat zij mogelijk minder en/of andere ervaringen hebben rond religieuze diversiteit. Daarnaast kunnen zij spanning ervaren tussen hun religieuze waarden en overtuigingen, en de manier waarop mainstream over burgerschap wordt gedacht. Aangezien bij het burgerschapsonderwijs de eigen waarden, overtuigingen en ervaringen van leraren een grotere rol spelen dan bij andere vakken, zijn deze aspecten zeer relevant. Om meer kennis te krijgen over bovenstaand vraagstuk, is een exploratief onderzoek uitgevoerd met als centrale onderzoeksvraag: Hoe verhouden leraren in orthodoxchristelijke basisscholen zich als professional tot de levensbeschouwelijke diversiteit van de samenleving en de monoreligieuze kenmerken van hun school, en wat zijn de implicaties daarvan voor de initiële lerarenopleiding?

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw