

214
SAMENVATTING
worden routinematig tijdens klinische noodgevallen gebruikt. Ze hebben ook een centrale
rol in het onderwijs voor assistenten, staf en sedatie praktijk specialisten.
51
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in Nederland heeft in 2012 landelijke
richtlijnen voor een toetsingskader voor “sedatie en analgesie buiten de OK” ingesteld.
52
Eén van de belangrijkste punten was de introductie van een gestructureerd onderwijs en
opleidingsprogramma voor niet-medische sedatie praktijk specialisten.
Hoofdstuk 14
presenteert de data van onze nationale audit met betrekking tot de veiligheid van matige
en diepe sedatie uitgevoerd door sedatie praktijk specialisten. Dit data register bevat
11.869 patiënten die in het afgelopen jaar matige tot diepe sedatie voor een breed scala
van verschillende procedures hebben ondergaan. Onze data konden aantonen dat sedatie
procedures die door getrainde sedatie praktijk specialisten uitgevoerd waren in een lage
percentage, 0.017%, van ernstige sedatie gerelateerde bijwerkingen resulteerden.
Toch waren er procedures zoals endobronchial ultrasound (EBUS) en pulmonale vaat
isolatie (PVI), die een hoger risico op sedatie gerelateerde bijwerkingen in vergelijking met
andere procedures lieten zien. PVI en PVI gecombineerd met transoesofageale echografie
(TOE) bevatten een risico van 27.5% en 45.5%, en EBUS een risico van 29.9% op sedatie
gerelateerde adverse events. Deze bevindingen geven een antwoord op het eerste deel
van dit proefschrift die gericht is op het beoordelen van de geschiktheid en wenselijkheid
van interventies om deze buiten de OK onder sedatie te laten plaats vinden.
PVI is zeker een procedure die veiliger onder algehele anesthesie kan worden uitgevoerd,
vooral als hierbij TOE gebruikt wordt. EBUS kan - zoals onze eigen data in hoofdstuk 10
konden laten zien - veilig zonder ernstige bijwerkingen onder matige sedatie buiten de OR
worden doorgevoerd - maar alleen op basis van een duidelijk protocol en door getrainde
sedatie praktijk specialisten.
Conclusie, Toekomst en Uitdaging
Er is een toenemende vraag naar anesthesie ondersteuning voor diagnostische en
therapeutische procedures buiten de OK. Binnen deze context is het belangrijk te
onderscheiden welke procedures überhaupt voor sedatie buiten de operatiekamer in
aanmerking komen. Criteria, die mee moeten worden gewogen, zijn de procedure, de
patiënt, de locatie en de anesthesie provider zelf.
Kijkt men na de procedure dan is het belangrijk om de invasiviteit, complexiteit en duur van
de procedure, het aantal en de ernst van mogelijke complicaties en het niveau van sedatie
of analgesie dat nodig is om de procedure uit te voeren te beoordelen. Op locaties buiten
de OK waar analgo-sedaties plaatsvinden moeten dezelfde pre-/intra- en post-procedurele
standaards (nuchterheid, monitoring, verkoever mogelijkheden, ontslagcriteria) en
veiligheidsregels van toepassing zijn dan op de OK zelf.