Gelezen, geleefd, gedeeld

33 gaan zijn van de DDR maar ook de idee van veilig land versus gevaarlijk land en het capricieuze daarvan. Richard belandt in het doolhof van migratiemanagment, in het gekkenhuis van bureaucratie geobsedeerd door de goedkeuringsdwang van de geloof- waardigheid van levensverhalen. Richard belandt ook in het herdoordenken, hervertellen en herbeleven van zijn eigen komen en gaan. Vervreemding en thuiskomen liggen heel dicht bij elkaar. Richards moving identity pendelt tussen een behoorlijk vastgeroest provincialisme en de aantrekkingskracht van een wereldburger, maar langzaam koppelt hij zich vrij om vanuit eigen kracht en privilege in beweging te blijven voor de ander; hij ontwikkelt geen hulpverlenersidentiteit – hij is gewoon met de ander onderweg en de ander met hem. Erpenbeck speelt met de breedte en diepte van een algemene Europese ontwikkeling. Onverwachts komen er citaten van klassiekers voorbij, die geplaatst in deze nieuwe context de lezer aan het denken zetten. Bijvoor- beeld in de scene waarin een soort epische ennumeratio van de vluchtelin- gen plaats vindt op het toneel van de aula van een vroeger gymnasium (nu herberg voor asielzoekers) – daar ziet de lezer Goethe mit Fausts woorden op de muur: „An de 70 Menschen sagen, wer sie sind. Philosophie, /Juristerrey und Me- dicin,/ und leider auch Theologie!/ Durchaus studirt, mit heiβem Bemühn“ (36). … jammer genoeg ook theologie. Het thema theologie, religiewetenschappen en asiel was in de afgelopen ja- ren één van de rode draden waarmee Gé en ik met elkaar onderweg waren. We hebben een werkgroep voor advocaten en andere professionals opge- zet die om theologische expertise en interdisciplinaire gesprekken vroegen rondom religie-bekering-asiel-vluchtelingschap. Erpenbeck belicht dat wat we vanuit een andere dimensie meegekregen hebben – dat dat westerse en dat moderne indelen, conceptualiseren en categoriseren van de wereld die alles en iedereen eenduidig wil en kan aanduiden, de complexiteit van de realiteit mist en met het leven speelt, mensenlevens verspeelt. Dat “jammer genoeg ook theologie” van Goethe maar vooral het hoe, de manier waarop, jammer genoeg, theologie nog steeds op vele plekken geleerd wordt, heeft Gé altijd bevraagd en constructief omgezet. Het doet ertoe, hoe men theo- logie leert, hoe men en waarmee men de religieuze ander ziet en verstaat.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0