Gelezen, geleefd, gedeeld

14 weten dat zijn romans die verzoening op het oog hebben, maar ik zou niet weten wat daar zo verwijtbaar aan is. Man-vrouw-verhouding In de verhouding tussen Edgar Degas en zijn jongere broer René sluipt voortdurend een heftige competitie. René krijgt daarin de rol van de char- mante veroveraar, degene die Estelle als het ware kaapt van zijn broer Ed- gar en die zich tegenover Edgar opstelt als ‘de echte man’, dus ontrouw, avontuurlijk en soms onbehouwen. Edgar daarentegen ziet meer van het leed dat vrouwen dragen en spreekt met Estelle op volstrekt evenwaardige toon. Voorts figureren vrouwen in de roman toch vooral als modellen voor de schilder, modellen over wie hij niet heerst. Het viel me ook op dat hij heel goed op de hoogte was van het leven van de fameuze balletdanseressen in Parijs, aan wie hij vele schilderwerken wijdde. Tegen betaling en vaak met medeweten van hun moeders werden deze jonge danseressen reeds vanaf de leeftijd van twaalf jaar aan mannelijk publiek meegegeven. In bepaalde schilderijen klaagde Degas dit gebruik duidelijk aan, maar ik heb dat nooit gezien en nooit geweten. Hoe dacht ik dan dat deze meisjes aan geld voor opleiding en onderhoud kwamen? Zwart-witte mensen Het boek speelt gedeeltelijk tegen de achtergrond van de Amerikaanse Bur- geroorlog en de strijd tegen slavernij. New Orleans was, zelfs na de officiële afschaffing van de slavernij, een belangrijk centrum van slavenhandel: vele plantages werden bewerkt door in slavernij levende mensen uit Afrikaanse landen als het huidige Senegal, Gambia, Nigeria en Benin. Rond 1870, de tijd waarin Japin zijn romangedeeltes in Louisiana situeert, was de slavenar- beid op de plantages afgeschaft, maar de vrijgelaten zwarte bevolking was nog steeds onderworpen aan zwaar onderdrukkende systemen. Opvallend in het boek is, dat van de katoenindustrie weliswaar een schilderij door Edgar Degas wordt vervaardigd, maar dat daarop alleen het hoofdkantoor van de witte bezitters en handelaren wordt afgebeeld. Op geen enkele manier her- innert de daar tentoongestelde katoen aan de handen die kapot gingen van het plukken. Wel wordt er flink geklaagd over de teloorgang van die hele in- dustrie, die gebaseerd was op dwangarbeid. De familie komt in de schulden na de afschaffing van de slavernij en moet ten slotte de hele firma failliet laten gaan. Onderling hebben de broers Degas flinke debatten en aanvarin- gen over hoe nu tegen die slavernij aangekeken moest worden. Hun hele familiekapitaal was er op gebouwd en toch realiseren zij zich dat de slavernij

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0