Gelezen, geleefd, gedeeld

13 Mrs. Degas, gelezen door een missiologe Mechteld Jansen Verwacht van mij geen doorwrochte analyse van thematiek, opbouw, stijl of plaatsing in het geheel van het oeuvre van de auteur van deze roman. Dit is eenvoudig de leeservaring van een genietende lezeres, wier perspec- tief mede gevormd is door theologie en missiologie. Arthur Japins roman heeft mij meteen gegrepen toen ik het boek in handen kreeg en mij vanaf de eerste pagina door de sierlijke taal liet meevoeren. Maar ook door de tijdsbeelden van Parijs 1863, New Orleans, Louisiana 1873 en Parijs 1912, de hiërarchische verhoudingen tussen mannen en vrouwen, in slavernij en uit slavernij bevrijd, economische klassen en kleuren. Je kunt dat in een roman puur als achtergrond beschrijven en verder al je licht laten schijnen over de hoofdpersoon. En ook bij Japin ontkom je soms niet aan de indruk dat hij bepaalde beelden van zwarte mensen opneemt omdat ze zo mooi exotisch de achtergrond kleuren: een optreden van een voodoopriesteres, een opmerking van de schilder Manet over de glimmende huid en de fleuri- ge doeken van ‘al die zwarten’. Ook bij Japin is de hoofdpersoon een witte, welgestelde, mannelijke kunstenaar en dat is een keuze, zeker. Niettemin vormen de grote verschillen tussen mensen, waarmee zij zich van elkaar afgrenzen, meer dan een decor in dit boek. Die grote verschillen raken de hoofdpersoon en hij raakt er in verwikkeld . Op drie van die afgrenzingen wil ik in dit korte essay ingaan: lichamelijke gebreken, man-vrouw-verhoudin- gen en zwart-witte mensen. Lichamelijke gebreken Het omgaan met lichamelijke gebreken speelt een grote rol in Japins werk. Zoals eerder het wrede van doofheid in de muziekwereld, komt in Japins werk nu de blindheid van de schilder Edgar Degas (1834-1917) en niet min- der de blindheid van zijn geliefde schoonzus Estelle wreed maar invoelbaar binnen. Door hun blindheid moet een enorm beroep op hun verbeelding wor- den gedaan. Een onvoorstelbare veerkracht wordt in mensen gelegd. Japin, die zelf flinke klappen van het leven kreeg en zich nooit door wrok of wraak heeft laten meeslepen, maakt deze veerkracht met zijn werk voorstelbaar. De personages kiezen ervoor zich niet helemaal door de duisternis in hun le- ven te laten beheersen. Bij mij werkt dat uit, dat je mensen vooral probeert aan te kijken op wat zij doorstaan hebben. En bijna altijd hebben mensen meer doorstaan dan ik vermoedde. Mensen aankijken op wat zij doorstaan hebben, lijkt mij een begin van verzoening. Het wordt Japin weleens ver-

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0