Hylke Salverda

184 Chapter 11 Het sneller oplossen van hypoxische of hyperoxische episodes bij prematuren zou mogelijk lange termijnneurologische ontwikkelingsstoornissenkunnen verminderen. Automatische titratie van zuurstof verhoogd de tijd binnen het SpO2 DG en kan een snellere reactie geven op hypoxische en hyperoxische episodes dan wanneer manueel getitreerd wordt. Prematuur geboren kinderen krijgen routinematig followup onderzoek op een leeftijd van 2 jaar, waarbij ook neurologische ontwikkeling getest wordt. In hoofdstuk 7 vergeleken we dit routinematig deze follow-up van prematuren geboren voor implementatie (2012-2015) met prematuren geboren na implementatie (2015-2018) van AZT in de standaard zorg. Neurologische uitkomsten op een (gecorrigeerde) leeftijd van twee jaar werden vergeleken voor prematuren geboren tussende24tot enmet29wekenen6dagenzwangerschapsduur.Deprimaireuitkomst was samengestelduitmortaliteit enernstigeneurologischeontwikkelingsachterstand; andere uitkomsten waren milde-matige neurologische ontwikkelingsachterstand, Bayley-III composite scores, cerebral palsy, en probleemgedrag scores. 289 kinderen kwamen in aanmerkingen voor inclusie in het pre-AZT-cohort en 292 kinderen in het post-AZT-cohort. Baseline karakteristieken waren niet significant verschillend tussen de twee cohorten. Er was een lost-to-follow-up van 51 kinderen (pre-AZTcohort 6,9% (20/289), post-AZT-cohort 10,6% (31/292)). De samengestelde uitkomst van mortaliteit en ernstige neurologische ontwikkelingsachterstand werd gevonden in 17,9% pre-AZT-cohort (41/229) vs. 24,0% (47/196) post-AZT-cohort (p=0,12). We vonden geen significante verschillende voor de secundaire uitkomsten als mildematige neurologische ontwikkelingsachterstand, cerebral palsy, en probleemgedrag scores, met uitzondering van het aantal heropnames gerapporteerd door ouders wat minder frequent was in het post-AZT-cohort. In deze cohortstudie leidde implementatie van AZT in de standaard zorg in onze NICU niet tot een statistisch significant verschil in neurologische uitkomsten op twee jarige leeftijd In hoofdstuk 8 vergeleken we korte-termijn klinische uitkomsten na het gebruiken van de OxyGenie controller en de CLiO2­ controller in een propensity-score-matched retrospectieve studie. Prematuren (OxyGenie n=121, CLiO2 n=121) geboren bij een zwangerschapsduur tussen de 24 tot en met 29 weken en 6 dagen werden geïncludeerd. De mediane [IQR] gestatieduur in het OxyGenie cohort was 28 weken en 3 dagen [26 weken 3,5 dag – 29 weken] vs. 27 weken en 5 dagen [26 weken en 5 dagen – 28 weken en 3 dagen] in het CLiO2 cohort, respectievelijk was 42% en 46% van het mannelijk geslacht en het gemiddelde (SD) geboortegewicht was 1034 (±266) vs. 1022 (±242) gram. Opnieuw werd zuurstof getitreerd door ofwel de OxyGenie controller ofwel de CLiO2 controller tijdens respiratoire ondersteuning. We vergeleken mortaliteit, prematurenretinopatie, bronchopulmonaire dysplasia, en necrotische enterocolitis en vonden dat minder prematuren in het OxyGenie cohort

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw