Gelezen, geleefd, gedeeld

28 Keer ik van ver naar u weer Leo Mietus In 1972 sprak Wim Ramaker voor de NCRV-radio met dr. J.J. Buskes over de dichter A. Marja. Het interview heeft als titel Keer ik van ver naar u weer . Buskes had Marja in 1946 leren kennen en was met hem in vriendschappelijk contact gebleven. Dat was met Marja niet altijd makkelijk. Hij was onder de Nederlandse schrijvers geliefd en gehaat. Berucht is het ‘proces’ van het be- stuur van de Vereniging van Letterkundigen om hem te royeren als lid. Harry Mulisch, Remco Campert, Cees Nooteboom en anderen namen het voor hem op. Hij had het volgens het bestuur met zijn practical jokes te bont gemaakt, al was Hella Haasse overtuigd van zijn onschuld. Hij zou niet de schrijver zijn geweest van een vervalst rondschrijven over Garmt Stuiveling. Wim Hazeu wijdde in 1984 een heel nummer van Vrij Nederland aan Marja en schreef er uitvoerig over. Buskes vertelt over de betekenis van het geloof bij Marja. Hij was een on- gelovige gelovige, altijd op zoek naar het geloof van zijn ouders dat hem ontvallen was. Marja’s vader was een vrije evangelische dominee met de achternaam Mooij. Deze was een zoon van Arend Mooij, een markante, ei- genzinnige dominee, die ruim een jaar voordat Marja geboren werd, was ge- storven. Marja kreeg de voornaam van zijn grootvader mee en ook wel iets van diens karakter. Hij werd gedoopt in Oude Leije met de namen Arend The- odoor Mooij. A. Marja was zijn schrijversnaam. Marja’s moeder stierf toen hij nog maar een jongen was. In de enige roman die Marja heeft gepubliceerd, Snippers op de rivier , is een scene opgenomen die een herinnering aan haar bewaart. Betoverd door de grote, grijze ogen van een meisje in de klas, ver- zinkt hoofdpersoon Willy in gedachten en ziet opeens zijn moeder voor zich. Een vrouw, denkt hij, en het is hem eensklaps duidelijk. Hij is twaalf en staat bij het bed van zijn moeder. Het blonde haar, hier en daar een grijzende streep, ligt als verwaaid op een kussen. Zij heeft immers grijze ogen, en kijkt hem aan. Een vlaag van angst in haar blik: - Ik zal je niet meer kunnen beschermen! Het is Willy of hij in haar overvloeit. Haar angst is de zijne. - Het leven zal moeilijk voor je zijn. Er is maar één weg, die de goede is. Zul je je houden aan wat je geleerd hebt? Je vader was altijd zo anders. Je hebt misschien ook geen goede vriendjes. Waarom speel je niet met de jongens, met wie je op school bent?

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0