Nine de Planque

186 Chapter 12 NEDERLANDSE SAMENVATTING Voor patiënten met craniosynostose is er een risico op het ontwikkelen van emotionele, gedrags- en cognitieve beperkingen. Hoewel het belangrijkste doel van de chirurgische behandeling is om het risico op het ontwikkelen van intracraniële druk te verminderen, blijft het onbekend wat de toegevoegde waarde van chirurgie is met betrekking tot de neurocognitieve uitkomst. Wordt de hersenontwikkeling bij kinderen met craniosynostose geleid door intrinsieke pre-existente genetische hersenafwijkingen of door het potentiële effect van verhoogde intracraniële druk? Dit hoofdstuk vat de belangrijkste bevindingen en de klinische implicaties van dit proefschrift samen. Ons eerste doel was om de cerebrale doorbloeding te beoordelen bij kinderen met trigonocefalie. Het myeliniserende brein geeft bij pasgeborenen en jonge kinderen weinig contrast op structurele MRI-beelden van de hersenen, wat het meten van de cerebrale bloedstroom niet tot nauwelijks mogelijk maakt. In hoofdstuk 2 voeren we de eerste stap uit naar een nieuwe technische manier, waar we het Arterial Spin Labeling (ASL) Cerebral Blood Flow (CBF) beeld als contrast gebruiken in plaats van het structurele anatomische beeld. Door deze nieuwe techniek voor de pediatrische setting te valideren, blijkt het ASL CBF-contrast een werkend alternatief te zijn wanneer structurele afbeeldingen een slecht contrast hebben. In hoofdstuk 3 gebruiken we deze nieuwe techniek om de cerebrale doorbloeding van de frontale kwab bij nog niet-geopereerde kinderen met trigonocefalie te onderzoeken in vergelijking tot een controlegroep. Onze bevindingen wijzen erop dat de frontale kwab van kinderen met trigonocefalie jonger dan 18 maanden een normale cerebrale doorbloeding hebben vóór de operatie. Na de eerder gepubliceerde zeer lage prevalentie van papiloedeem of verminderde schedelgroei, ondersteunt deze bevinding onze hypothese dat craniofaciale chirurgie voor kinderen met trigonocefalie jonger dan 18 maanden zelden geïndiceerd is door tekenen van verhoogde intracraniële druk of beperkte doorbloeding. In hoofdstuk 4 reageren we op een brief aan de redactie gericht op dit bovenstaande artikel. We gaan in detail in op de zorg van de auteurs dat objectieve criteria ontbreken voor wat we klinisch beschouwen als een milde vorm tot de ernstige vorm van een wigschedel. Hierna gaan we in op het potentiële effect van narcose op de studie. In hoofdstuk 5 worden microstructurele kenmerken van de witte stof van de frontale kwab bij nog niet-geopereerde kinderen met trigonocefalie van 0 tot 3 jaar geanalyseerd middels Diffusion Tensor Imaging (DTI) MRI. In deze studie identificeren we geen significante verschillen in microstructurele parameters van de frontale kwab tussen kinderen met trigonocefalie en controles. Dit suggereert zowel de afwezigheid van een mechanische beperking door het te vroeg sluiten van de voorhoofdsnaad,

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw