Marcel Slockers

120 Samenvatting tacten in de periode 2006-2017 en van een Rotterdamse huisartsenpraktijk. De leeftijd, het geslacht en de International Classification of Primary Care(ICPC)-diagnosen van deze patiënten werden geanalyseerd voor 3 periodes van elk 4 jaar: 2006-2009, 2010-2013 en 2014-2017. Per periode werd het aantal unieke personen vastgelegd dat in die periode ten minste 1 keer op het straatdokterspreekuur was gekomen. De ICPC-diagnosen van dak- en thuislozen uit 2014-2017 werden vergeleken met die van patiënten uit een Rotterdamse huisartsenpraktijk. Bij de straatdokter vormden psychische aandoeningen het grootste aandeel in de geregis - treerde aandoeningen bij dak- en thuislozen, gevolgd door hart- en vaatziekten en endocriene problemen. In de straatdokterregistratie zagen we ziektebeelden die kenmerkend zijn voor dak- en thuislozen en die extra zorg vragen, zoals drugs- en alcoholverslaving, hiv-infectie, COPD, tuberculose en hepatitis C. Het aandeel patiënten met een psychische aandoening of een fysiek trauma was hoger bij de straatdokters dan in een reguliere huisartsenpraktijk. Sinds 2006 namen de percentages vrouwen en ouderen toe in de straatdokterpopulatie. Er was een stijging in het aandeel patiënten bij wie een zorgepisode voor hart- en vaatziekten (met name hypertensie), een endocriene aandoening (met name diabetes mellitus en schild - klierziekten) of een oncologische aandoening geregistreerd was. Dak- en thuislozen hebben een relatief grote behoefte aan zorg voor psychische problemen en traumata. Gezien de stijging van het aandeel dak- en thuislozen met een chronische ziekte of risicofactoren daarvoor, lijkt het straatdokterspreekuur zich steeds meer in de richting van de reguliere zorg te bewegen. Extra zorg gericht op de klassieke ziektebeelden bij dak- en thuislozen is echter nog steeds noodzakelijk. In hoofdstuk 4 wordt beschreven dat maatregelen voor dak- en thuislozen de leefomstan - digheden verbeteren voor dak- en thuislozen en Rotterdammers maar geen sterfte afname geeft bij dak- en thuislozen. Dak- en thuislozen hebben een 3-5 maal verhoogd risico op overlijden in vergelijking met de algemene bevolking. Het plan van Aanpak Maatschap - pelijke Opvang, dat de gemeente Rotterdam in 2006 heeft gelanceerd om het forse aantal dak- en thuislozen in de stad terug te dringen en voor hen zorg, inkomen en huisvesting te arrangeren, heeft de leefomstandigheden van deze kwetsbare groep aanmerkelijk verbeterd. Deze studie onderzoekt of verandering op sterfte risico van dak- en thuislozen ontstaat bij met name de verbetering van de leefomstandigheden. In een prospectief cohort onderzoek in de periode 2001-2010 werden dak- en thuislozen in Rotterdam onderzocht. De deelnemers zijn dak- en thuisloze volwassenen (18+), die een of meer instellingen voor dak- en thuislozen in Rotterdam in 2001 bezochten. Het plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang beoogde meer dak- en thuislozen te huisvesten, een

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0