Marieke van Son

195 APPENDICES (kleine) cohortstudies waarin verschillende soorten focale behandelingen worden bestudeerd. In hoofdstuk 2 is de setting van een gerandomiseerde trial zoveel mogelijk nagebootst door gebruik te maken van een propensity score analyse, waarbij cohortdata van 440 radiotherapie en 390 prostatectomie patiënten wordt vergeleken met data van 530 focale therapie patiënten. De kans op falen van de behandeling (gedefinieerd als noodzaak tot opnieuw behandelen, vaststellen van recidief of metastasen) bleek na 6 jaar niet significant groter te zijn na focale therapie. Met inachtneming van de limitaties van een dusdanige statistische analyse kan in elk geval worden geconcludeerd dat focale therapie potentie heeft als behandeling bij een geselecteerde groep patiënten met een klinisch significante gradatie van lokale prostaatkanker. Focale inwendige bestraling Een van de modaliteiten die gebruikt worden voor focale therapie, is brachytherapie (inwendige bestraling). Hierbij wordt gebruikt gemaakt van bestralingsbronnen die via holle katheters transperineaal worden ingebracht in de prostaat. In hoofdstuk 3 worden de resultaten beschreven van eenmalige MRI-geleide focale brachytherapie, waarbij de bestraling zo precies mogelijk wordt gericht op alleen de tumor in de prostaat. Hiervoor wordt de tumor voorafgaand aan de behandeling met een marge van 5 millimeter ingetekend op een multiparametrische MRI-scan. Na implantatie van de brachytherapiekatheters in en rond de tumor, wordt een bestralingsplan gemaakt met strikte voorwaarden ten aanzien van de maximale bestralingsdosis die de gezonde omliggende weefsels mogen ontvangen. Binnen de beschreven studiegroep van 30 patiënten blijkt het gastro-intestinale en urogenitale bijwerkingenprofiel zeer gunstig (geen graad 3, ofwel ernstige bijwerkingen), maar komt erectiele dysfunctie na behandeling wel vaak voor (50% verslechtert van milde dysfunctie naar matig tot ernstige dysfunctie). Met betrekking tot tumorcontrole blijkt de biochemisch recidief- vrije overleving na 4 jaar 70% te zijn, een resultaat dat relatief tegenvalt in vergelijking met de gemiddelde tumorcontrole na conventionele radiotherapie of prostatectomie. Deel II – Behandeling van teruggekeerde lokale prostaatkanker Alhoewel de prognose qua overleving relatief gunstig is voor patiënten met prostaatkanker, is de kans op recidief na conventionele primaire behandeling binnen 10 jaar 10-40%. Een recidief wordt vastgesteld door een stijgende PSA-waarde, waarbij voor radiotherapie en prostatectomie verschillende definities worden aangehouden voor PSA-bewezen teruggekeerde ziekte (“biochemisch recidief”). Indien er sprake is van een biochemisch recidief duurt het gemiddeld 5 jaar tot er afstandsmetastasen ontstaan en is de maximale overleving gemiddeld 10 jaar. Het natuurlijk beloop is echter zeer heterogeen, variërend van indolente recidieven die asymptomatisch blijven tot agressieve tumoren die snel dodelijk zijn. Bij patiënten met een redelijke levensverwachting kan opnieuw lokaal behandelen zinvol zijn om complicaties van metastasen of vroegtijdig overlijden te voorkomen. Net zoals in de primaire behandelsetting moet het risico op bijwerkingen van behandeling zorgvuldig

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0