Nanke Dokter

Hoofdstuk 6 Conclusies In Deel 1 van dit proefschrift werd beoogd inzicht te krijgen in factoren die een rol spelen bij het stimuleren van de schooltaalontwikkeling door leraren basisonderwijs tijdens de rekeninstructie aan leerlingen in de groepen 3 en 4. Er werd onderzocht in welke mate schooltaal voorkwam in het aanbod van de leraren en in welke mate school- taalstimulerende strategieën werden ingezet, gericht op begrip en productie van schooltaal door de leerlingen. Ook werd gezocht naar mogelijke verbanden tussen het schooltaalstimulerende gedrag van de leraren en kenmerken van de leraar en de context. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek gepre- senteerd en gerelateerd aan de theoretische verkenning die heeft plaatsgevonden in Hoofdstuk 1. 6.1 Inleiding Dit onderzoek heeft als uitgangspunt dat een centrale functie van taal in de schoolse context gelegen is in het overbrengen van cognitief complexe inhouden in een gedecontextualiseerde situatie en dat schooltaal daarvoor het meest passende taal- register is (Schleppegrell, 2004). Op basis van bestaand onderzoek hebben we elf kenmerken van het schooltaalregister op vijf verschillende taalniveaus onderscheiden (Aarts et al., 2011; Demir-Vegter et al., 2014; Henrichs, 2010; Lagzhaoui, 2011; Scheele et al., 2012; Uccelli et al., 2015). Bij het vak rekenen/wiskunde speelt het schooltaal- register een belangrijke rol: om wiskundige problemen te kunnen oplossen, moeten leerlingen het probleem eerst decontextualiseren, waarbij de hogere orde denkvaardig- heid redeneren vereist is (Mercer & Sams, 2006; Phye, 1997). Bij het begrijpen en het verwoorden van wiskundige redeneringen hebben leerlingen het schooltaalregister nodig en daarom zal de leraar aandacht moeten geven aan dit taalregister (Sfard, 2012). In de kerndoelen rekenen/wiskunde wordt aangegeven dat leerlingen vanaf groep 3 en 4 formele rekentaal moeten leren (Buijs, 2008; Ministerie van OCW, 2006). Een dialogische aanpak lijkt de meest effectieve aanpak om schooltaal aan te leren tijdens de rekenles. Bij een dialogische aanpak kunnen leraren met leerlingen beteke- nisonderhandelingen aangaan, om zo te komen tot een hoger taalniveau (Zwiers, 2008) en tot een hoger creatief wiskundig denkvermogen van leerlingen en daarmee tot een hoger rekenniveau (Barwell, 2016). Deze dialogische aanpak kunnen leraren tijdens de rekeninstructie realiseren binnen verschillende didactische werkvormen. De didactische werkvormen die tijdens de rekeninstructie een rol spelen zijn organisatie , uitleg , taakevaluatie , gesprek en taakinstructie . Didactische werkvormen verschillen in 6

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0