Sara van den Berg

224 Appendices NEDERLANDSE SAMENVATTING De wereldbevolking is snel aan het vergrijzen. We worden allemaal steeds ouder. Ouder worden gaat vaak samen met het ontstaan van gebreken en ziekten. Op hogere leeftijd nemen voornamelijk de vatbaarheid voor infectieziekten, kanker en auto-immuunziekten toe. Een belangrijk voorbeeld van een infectieziekte is de griep, dat wordt veroorzaakt door het griepvirus (influenza). De griep komt niet alleen vaker voor bij ouderen, maar is ook veel schadelijker voor ouderen dan voor jongeren. De toename van verschillende ziekten op hogere leeftijd zorgt voor stijgende kosten in de gezondheidszorg. Gezond ouder worden is daarom belangrijk voor onze toekomstige gezondheidszorg. De belangrijkste manier om mensen te beschermen tegen infectieziekten is door middel van vaccinatie. Maar juist deze vaccinaties zijn minder werkzaam bij ouderen dan bij jongeren. Op deze manier blijven de ouderen kwetsbaar, terwijl zij de bescherming juist het hardst nodig hebben. De onderliggende reden voor deze problemen ligt bij de veroudering van het immuunsysteem. Daarom is het belangrijk om onderzoek te doen naar de veroudering van het immuunsysteem. Het immuunsysteem is de belangrijkste afweer van het lichaam tegen infecties met ziektekiemen, zoals bacteriën en virussen. Het is een complex systeem, dat als taak heeft deze ongewenste ziektekiemen op te ruimen, maar ook – heel belangrijk hierover informatie op te slaan. De opgeslagen informatie zorgt bij een tweede besmetting voor een snellere en krachtigere reactie tegen de ziektekiem. Het systeem om specifiek aangeleerde informatie op te slaan wordt het adaptieve immuunsysteem genoemd. En juist dit systeem vertoont de meeste ouderdomsverschijnselen op hoge leeftijd. Belangrijke spelers in het adaptieve immuunsysteem zijn de witte bloedcellen, waaronder de zogenoemde T-cellen en B-cellen . T-cellen kunnen een cel die met een virus is geïnfecteerd direct herkennen en deze vernietigen. B-cellen kunnen antistoffen uitscheiden , kleine eiwitten die een ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken. B-cellen worden hierbij weer geholpen door T-cellen. Al deze componenten van het immuunsysteem zijn belangrijk om weerstand te bieden en te behouden tegen ziekteverwekkers. Het immuunsysteem van ouderen ziet er gemiddeld anders uit dan het immuunsysteem van jongeren. Met het ouder worden, worden er steeds minder nieuwe T-cellen aangemaakt, ook wel naïeve T-cellen genoemd. Deze naïeve T-cellen zijn nodig voor het aanleren van nieuwe immuunreacties. Het gevolg is dat het immuunsysteem bij ouderen minder uit naïeve T-cellen bestaat dan bij jongeren. Bij ouderen zijn juist de geheugen T-cellen in grote hoeveelheden aanwezig. Geheugen T-cellen onthouden de ziektekiemen die eerder in het leven tegengekomen zijn, zodat er de volgende keer sneller en sterker gereageerd kan worden tegen dezelfde ziekteverwekker. Bovendien zijn geheugen T-cellen bij ouderen anders wat betreft hun uiterlijk en functie vergeleken met geheugencellen van jongeren. Door het verouderingsproces zal een deel van de geheugen T-cellen vermoeid raken en zich anders gaan gedragen. Ze krijgen bijvoorbeeld moeite met delen . Celdeling is een belangrijke eigenschap in de strijd tegen een ziekteverwekker. Ook is vaak de hoeveelheid aanwezige antistoffen om ziekteverwekkers te vernietigen verminderd bij ouderen. Door al deze

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0