Ben van der Hilst

325 Epiloog Teamgericht organiseren Epiloog Dit proefschrift begint met een citaat van Katz en Kahn, die naast hun waar- dering voor de verworvenheden van de hiërarchische organisatiestructuur, wijzen op de tekortkomingen ervan in de vorm van verlies aan menselijk kapitaal en vervreemding van het werk. Zij zien als belangrijke uitdaging voor de mensheid om de hiërarchische organisatiestructuur zodanig aan te passen dat aan deze tekortkomingen tegemoet wordt gekomen. Dit proefschrift is een poging daartoe voor onderwijsorganisaties. Het is geenszins een pleidooi voor afschaffing van deze hiërarchie. In het organisa- tiemodel is de hiërarchische positie van het team boven de individuele leraar cruciaal. Ook de opgave van de schoolleider om de waarden te bewaken die in het model be- sloten liggen, legitimeert een hiërarchisch verhouding tussen de schoolleider en de le- raren. Het voorgestelde organisatiemodel suggereert dus geenszins een nostalgische terugkeer naar de platte organisatie van de professionele bureaucratie van vroeger, maar juist een stap vooruit naar een nieuw paradigma van versterkt leiderschap van teams van professionals en het daarbij horende teamgecentreerde, nabije leiderschap van schoolleiders en bestuurders. De uitkomst van deze studie beschouw ik als een pleidooi om het vak van leraar expliciet te beschouwen als een professie in de oorspronkelijke betekenis van het woord en vanuit die betekenis de woorden professional, professioneel en professi- onaliteit in het onderwijs te gebruiken. Het in deze studie voorgestelde organisatiemo- del, de TAO, maakt ruimte voor leraren om met elkaar professionaliteit vorm te geven. Dat de leraar een professional is, iemand die het goede, goed wil doen, wordt in deze studie niet bewezen. In mijn praktijk als schoolleider, opleider en trainer, en geduren- de mijn onderzoek kwam ik echter veel leraren tegen die aan deze typering voldoen. Daarom vormt deze normatieve stelling voor mij het uitgangspunt en de drijfveer voor het zoeken naar de optimale inrichting van de arbeidsorganisatie, die de professie en de professionals in school kan ondersteunen. Mijn decennialange tocht door alle sec- toren van het onderwijs, van voorschoolse educatie tot en met universiteit, heeft een fascinatie en bewondering opgeleverd voor de manier waarop toegewijde leraren, niet anders dan door inductie, leerprocessen op gang brengen bij leerlingen. Dat zijn vaak magische processen, die niet in lineaire stimulus-respons entiteiten uiteen te rafelen zijn, maar waarvan de effectiviteit in ieder geval samenhangt met telkens weer nieuwe combinaties van kennis van zaken, verwerkte ervaringen en de stellige wil het (huma- nitaire) goede, goed te doen. Het is de verantwoordelijkheid van leidinggevenden in het onderwijs om een arbeidsorganisatie in te richten die recht doet aan deze profes- sionaliteit, zowel ten behoeve van de kwaliteit van het onderwijs en dus in het belang van leerlingen, als ook ten behoeve van de aantrekkelijkheid van het beroep van leraar.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0