Gelezen, geleefd, gedeeld

7 Een wijs hart bekomen Theo Boer Lieve Gé, Een van de literair-religieuze werken die op mijn denken van grote invloed is geweest, is het boek De grote scheiding (The Great Divorce) van C.S. Le- wis. In dit voor het eerst in 1945 verschenen boek, je zult het wel kennen, worden op creatieve wijze typeringen van hemel en hel gegeven. De hel is een plek waar mensen zich steeds meer aan elkaar storen. Mensen zijn schimmen geworden, die zo ver uit elkaar zijn gaan wonen dat men zelfs het huis van de buren niet meer hoeft te zien. “De hel, dat zijn de anderen,” zei Sartre al, en dat zijn ze in De grote scheiding dus ook. Maar wie met één vin- ger naar anderen wijst, wijst er nog altijd met drie naar zichzelf. De mensen die in dit verhaal continu de fouten in de anderen aanwijzen, beschuldigen zichzelf. De hel als een soort zelfgewilde ellende. In het boek zijn er schimmen die desondanks een overstap naar de hemel willen wagen. Daar kunnen zij met een zeldzame busrit naar toe. Al bij de halte breken er ruzies uit en sommige mensen lopen woedend terug naar huis. Daar moest ik in 1985 aan denken toen ik vanuit het Oost-Duitse Lei- nefelde per openbaar vervoer naar het West-Duitse Göttingen reisde. Er had zich bij de halte een groep gepensioneerden verzameld die zich opmaakten om in West-Duitsland het Begrüssingsgeld op te strijken en later op de dag weer terug te reizen. Maar de bus van 10.00 uur viel uit waardoor er voor de bus van 11.00 uur te veel mensen bij de halte stonden. Wat zich toen van deze keurige mensen meester maakte, was mensonterend. “Moet een mens zo oud worden?” dacht ik toen met mijn 25 levensjaren. In De grote scheiding vangen de schimmen die niet boos terug naar huis zijn gelopen, de reis naar de hemel aan. Daar worden zij opgevangen door goe- de geesten die hun in een tocht door mooie velden proberen naar het ware licht te begeleiden. Al spoedig blijkt hun onvermogen om van fixaties en verongelijktheid afstand te doen de belangrijkste hindernis om de zaligheid te bereiken. Sommigen haken af als blijkt dat er in de hemel ook berouw- volle daders van onrecht rondlopen. Anderen kunnen of willen geen afstand doen van hun steeds sterkere verslavingen. Uiteindelijk gaan de meesten teleurgesteld terug voor de retourrit. Als het in de hemel zo moet, hoeft het voor hen ook niet meer.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0