Gelezen, geleefd, gedeeld

65 Gé-nadige ontmoetingen met de vreemde ander Heleen Zorgdrager Toen we nog niet door coronamaatregelen genoodzaakt waren thuis te wer- ken, wisselden jij en ik regelmatig boeken uit. Het waren romans die ons hadden gegrepen en die we graag deelden met de ander. Vaak betrof het ver- halen waarin de complexiteit en ambiguïteit van de wereldgeschiedenis zich verdichtte in de lotgevallen van een of enkele personen. In de taal van het vak dat we gaven, missiologie en interculturele theologie, ging het in deze romans om complexe, hybride, meertalige, cross-over identiteiten. De boe- ken gaven ons het voorrecht van de ontmoeting met de vreemde ander, een ontmoeting die in beginsel altijd transformatieve kracht heeft. Wij beiden zijn van de school die daarin heilig gelooft. Of zullen we meer onbeschermd zeg- gen: wij beiden zijn van het soort christenen dat daarin gelooft en meent dat de kern van het evangelie in zulke risicovolle, ontregelende ontmoetingen er- varen kan worden? Ondanks het gesputter en onbegrip van een deel van de studenten, ondanks negatieve evaluaties die we vrouwmoedig en eensgezind het hoofd boden, bleef dit het centrale thema van onze cursus. Missie zien we als een grondbeweging van de christelijke gemeenschap die ten diepste hoopt en gelooft in de genadige ontmoeting met de vreemde ander. Als we een educatieve missie hadden, was het deze: onze studenten ontvankelijk en scherp te maken voor deze spirituele attitude van in-de-wereld-zijn. Een paar boeken die jij met me deelde in het kader van de literaire ontmoe- ting met de vreemde ander zijn me in het bijzonder bijgebleven. De engel van het vergeten van Maja Haderlap is er een van. Zouden we geweten hebben van het tragische lot van Slovenen in het naoorlogse, en tot in alle naden en poriën nog fascistische Karinthië, wanneer we dit hartverscheuren- de verhaal niet hadden gelezen? Het gaat over intergenerationele trauma’s, over de kracht en werking van taal, en de gewonde identiteit van mensen die in hun taal ligt opgeslagen. De hoofdpersoon voelt zich een verraadster van haar familie, haar lotsgemeenschap van voormalige partizanen wanneer ze haar eigen leven aan het opbouwen is: In de tijd dat ik bij het theater in Klagenfurt werk, zal de Sloveense taal zich uit mijn teksten terugtrekken. Op een dag zal ik vaststellen dat ze in mijn notities en aantekeningen niet meer aanwezig is, dat ze uit mijn laden is verdwenen, dat ze mijn bureau heeft verlaten en haar mooiste kleren heeft meegenomen. 16

RkJQdWJsaXNoZXIy ODAyMDc0