213 Nederlandse samenvatting studie toont een hoge prevalentie van coronaire arteriële spasmen, zowel epicardiaal als microvasculair, bij ANOCA-patiënten. Opvallend is dat vasospasme vaker voorkomt in Aziatische populaties dan in Westerse populaties. Onze resultaten laten ook een geslachtsverschil zien: mannen vertoonden vaker epicardiale spasmen, terwijl vrouwen vaker microvasculaire spasmen hadden. Daarnaast vonden we aanzienlijke variaties in definities en diagnostische protocollen voor vasospasmen tussen centra, wat het belang benadrukt van een eenduidig protocol. Deel 2. Verminderd myocardiaal bloedvolume als oorzaak van ANOCA Het tweede deel van dit proefschrift beschrijft de rol van myocardiaal bloedvolume (MBV) als een mogelijke oorzaak van angina bij ANOCA. MBV omvat het totale bloedvolume in het myocard, inclusief arteriolen, capillairen en venulen, en verandert als reactie op verhoogd myocardiaal zuurstofverbruik. In skeletspierweefsel is de reactie van MBV op stimulatie verminderd bij bijvoorbeeld insulineresistentie. Dit is een kernmechanisme bij type 2-diabetes mellitus, een aandoening die vaak geassocieerd is met ANOCA. De rol van MBV en de regulering ervan waren echter nog niet eerder onderzocht bij ANOCA. Daarom werd de MICORDIS-studie (reduced MIcrovascular blood volume as a driver of CORonary microvascular DISease in ANOCA) opgezet. In Hoofdstuk 5 beschrijven we het ontwerp en de hypothese van de MICORDIS-studie, namelijk dat een verminderd MBV deel uitmaakt van de pathofysiologie van ANOCA, en dat verschillende stressoren, zoals insuline- of dobutamine-geïnduceerde stress, invloed hebben op de regulering van MBV. De resultaten, beschreven in Hoofdstuk 6, tonen aan dat MBV in ANOCApatiënten onder alle fysiologische omstandigheden was verminderd. ANOCA-patiënten vertoonden ook een verminderde metabole insulinegevoeligheid. Toch leidde dit niet tot een verschil in microvasculaire rekrutering tussen ANOCA-patiënten en gezonde controles. Dit suggereert dat capillaire verdunning een rol speelt in de pathofysiologie van ANOCA. Deel 3. Kwantitatieve perfusie-CMR bij ANOCA In het derde en laatste deel van dit proefschrift hebben we het gebruik van kwantitatieve perfusie-CMR geëvalueerd als diagnostisch hulpmiddel bij ANOCA. Visuele firstpass-stressperfusie met gadolinium is momenteel een gevestigde niet-invasieve methode om ischemie te detecteren. Deze techniek vereist echter normaal myocard om ischemie te onderscheiden, wat problematisch kan zijn bij gegeneraliseerde aandoeningen zoals ANOCA. Kwantitatieve perfusie-CMR biedt absolute metingen van myocardiale bloedstroom (MBF, ml/g/min) en myocardiale perfusiereserve (MPR), wat een nauwkeurigere beoordeling mogelijk maakt. In Hoofdstuk 7 hebben we een nieuw, gebruiksklaar kwantitatief perfusie-CMR-protocol voorgesteld, dat een vereenvoudigd dual-bolus gadoliniumschema en volledig geautomatiseerde post-processing omvat. Dit protocol werd getest bij 25 patiënten met vermoedelijke myocardiale ischemie en bleek een goede beeldkwaliteit en hoge diagnostische nauwkeurigheid te bieden voor obstructieve CAD. In Hoofdstuk 8 werd dit protocol toegepast op ANOCA-patiënten en 11
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw