Elise Neppelenbroek

215 Samenvatting 2. Het evalueren van de proces-, maternale- en perinatale uitkomsten en ernstige casuïstiek van zwangere vrouwen die een aCTG in de verloskundigenpraktijk kregen. 3. Het meten van de tevredenheid van zwangere vrouwen die een aCTG kregen in de verloskundigenpraktijk. 4. Het evalueren van de budget impact van de implementatie van het aCTG voor vrouwen met specifieke indicaties in de verloskundigenpraktijk in vergelijking met aCTG in het ziekenhuis op nationaal niveau. 5. Begrijpen onder welke omstandigheden meer continuïteit van zorg door verloskundigen kan worden geïmplementeerd door het onderzoeken van interacties tussen contexten, mechanismen en resultaten. In Hoofdstuk 2 is de mate van de inter- en intravariabiliteit in het beoordelen van een aCTG tussen en binnen verloskundigen in de praktijk, verloskundigen in het ziekenhuis, arts-assistenten en gynaecologen onderzocht in een prospectief onderzoek onder 47 zorgverleners. De respondenten werden gevraagd om twee keer een set van 10 aCTG-patronen met een interval van een maand te beoordelen. Voor de dataverzameling zijn twee verschillende sets met aCTG’s gebruikt om het aantal CTG-beoordelingen te maximaliseren zonder zorgverleners extra te belasten. De mate van inter- en intravariabiliteit voor de classificatie van antenatale CTG’s tussen en binnen de vier beroepsgroepen varieerde van 0,82 tot 0,94. De mate van intravariabiliteit was voor elke beroepsgroep iets hoger (0,86 – 0,94). Voor de verschillende CTG-componenten varieerde de mate van inter- en intravariabiliteit tussen en binnen de vier beroepsgroepen van 0,64 (contracties) tot 0,98 (basis hartfrequentie). Deze studie laat een vergelijkbare inter- en intravariabiliteit zien tussen en binnen professionals in de geboortezorg in de classificatie van aCTG-beoordelingen in gezonde zwangerschappen. Dit suggereert dat de kwaliteit van een aCTG-beoordeling even goed is voor verloskundigen in de praktijk, verloskundigen in het ziekenhuis, arts-assistenten en gynaecologen. Hoofdstuk 3 omvat een evaluatie van het aCTG voor de indicaties verminderde kindsbewegingen, na uitwendige versie en naderende serotiniteit in de eerstelijns verloskundige zorg van 1) de procesuitkomsten; 2) de maternale en perinatale uitkomsten van zwangere vrouwen die een aCTG in de eerste lijn hebben gehad; 3) de ernstige uitkomsten (met oorzaken, vermijdbaarheid) die zijn opgetreden tijdens de pilot ‘aCTG in de verloskundigenpraktijk’ en mogelijke preventiestrategieën voor ernstige uitkomsten. In deze cohortstudie werden 1584 zwangere vrouwen met een specifieke aCTGindicatie, en bij wie 1795 antenatale CTG’s werden uitgevoerd door een eerstelijns verloskundige, geïncludeerd. Van de 1795 antenatale CTG’s zijn 1591 (89,7%) A

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw