Samenvatting 547 & de methodologische basis voor een deel van de MD die werd gepresenteerd in Hoofdstuk 12, waarin deze CNA-LOH analyses werden gevalideerd in het prospectieve EfFECTS trial cohort. In Hoofdstuk 12, het laatste originele hoofdstuk van dit proefschrift, werd de diagnostische nauwkeurigheid van MD voor de eerste keer vergeleken met die van [18F]FDG-PET/CT in onzekere schildkliernodi. Gebruikmakend van het EfFECTS trial cohort en de [18F]FDG-PET/CT data zoals beschreven in Hoofdstuk 4, werd MD aanvullend uitgevoerd op cytologie uitstrijkpreparaten en - indien niet beschikbaar of niet-diagnostisch op cytologie - aanvullend op histopathologische preparaten met behulp van lokaal ontwikkelde next-generation sequencing panels voor somatische mutaties, genfusies en het CNA-LOH panel zoals beschreven in Hoofdstuk 11. We vergeleken de diagnostische nauwkeurigheid van MD en [18F]FDG-PET/CT en toonden aan dat met respectievelijk 80% (95% CI, 61%-92%) en 93% (78%-99%) sensitiviteit, en 57% (47%-66%) en 32% (24%-42%) goedaardige uitslagen (benign call rate), MD en [18F]FDG-PET/CT beide nauwkeurige en nuttige testen zijn om een maligniteit uit te sluiten bij Bethesda III/IV nodi. In lijn met de resultaten van Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk 11, toonde Hoofdstuk 12 aan dat MD de superieure techniek was bij oncocytaire schildkliernodi, met een sensitiviteit van 88% (95% CI, 47%-100%) en een goedaardige uitslag in 38% (21%-58%). Vervolgens beoordeelden we de therapeutische doeltreffendheid van het gecombineerde gebruik van beide technieken, waarbij we onze hypothese uit Hoofdstuk 2 over multimodale, stapsgewijze diagnostiek toetsten. MD en [18F]FDG-PET/CT waren concordant bij 63% van de patiënten. Hoewel de technieken complementair waren, werden de voordelen van hun gecombineerd gebruik beperkt geacht wanneer de bijbehorende therapeutische consequenties werden afgewogen. Het gecombineerd gebruik van beide testen zou daarom niet routinematig moeten worden aanbevolen. Alleen bij niet-oncocytaire schildkliernodi van onzekere cytologie kan sequentieel testen worden overwogen indien MD als eerste stap negatief zou zijn, om middels [18F] FDG-PET/CT te bevestigen dat het niet uitvoeren van diagnostische chirurgie oncologisch veilig is. Bij oncocytaire schildkliernodi kan MD worden overwogen na verdere externe validatiestudies. Ten slotte, ter ondersteuning van de hypothese in Hoofdstuk 8 dat de verschillen in [18F]FDG-opname die worden waargenomen in goedaardige nodi kunnen worden gedreven door moleculaire veranderingen, toonden we aan dat er meer MD positieve nodi waren in de groep met [18F]FDG positieve goedaardige nodi (25/59, 42%, inclusief 11 (44%) geïsoleerde RAS mutaties) dan in de groep met de [18F]FDG negatieve goedaardige nodi (7/30, 19%, p=0.02). Deel IV: epiloog In de epiloog wordt dit proefschrift afgesloten met een algemene discussie over de gepresenteerde studies en de perspectieven voor de toekomst. Enkele van de resterende uitdagingen bij de optimalisatie van de diagnose en behandeling van cytologisch onzekere schildkliernodi werden uitgebreid besproken, waaronder de huidige schildklierrichtlijnen en de voortschrijdende inzichten
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw