158 Chapter 10 Ziehier de handleiding voor het overig leven: Taal is op voorhand tegen mij. Elk woord dat ik hoor, leer, lees of schrijf is een blaffend huis waaruit ik moet ontkomen om binnen te raken. Voorzichtig aankloppen bij alle letters: netjes vragen of ook ik er even in mag wonen. Moedertaal werd niet gemaakt voor vrouwen en wie zich niet als man beschouwen. Zij maakt mij ongewild tot dief: een buitenstaander die met harde hand gedwongen wordt tot poëzie. Ik eis een fonkelnieuwe taal, die niet mijn eigen woorden opzet tegen mij. Ik eis een taal die mij ziet.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw