255 te blijven volhouden. Zo ervoeren ze in het dagelijks leven verleidingen die konden leiden tot het terugvallen in ongezond gedrag, of verkozen een goede kwaliteit van leven boven een strikt behandelregime. Zorgverleners ondervonden problemen bij het identificeren en ondersteunen van patiënten met VGV, en ervoeren een gebrek aan kennis over signalen van VGV. Bovendien meldden ze dat hun gebruikelijke communicatiestrategieën om informatie te verstrekken of patiënten te motiveren niet effectief waren voor patiënten met VGV. Op basis van de bovenstaande resultaten hebben we een gezondheidsvaardighedeninterventie met meerdere componenten ontwikkeld, die zich richt op patiënten en zorgverleners. In hoofdstuk 4 beschrijven we het ontwikkelproces, waarbij we Intervention Mapping combineren met cocreatiemethoden. Eerst ontwikkelden we een verandermodel. Van patiënten leerden we belangrijke veranderdoelstellingen met betrekking tot het begrijpen van de risico’s van het hebben van een chronische nierziekte, het bespreken van barrières voor zelfmanagement tijdens consulten en het voorkomen van terugval. Vervolgens ontwikkelden en produceerden we een viercomponenten interventie, Grip op Uw Nieren (GoUN). Deze interventie richtte zich op patiënten met milde tot ernstige chronische nierziekten en hun zorgverleners, in huisartsenpraktijken en poliklinieken nefrologie in ziekenhuizen. Patiënten en zorgverleners hielpen bij het selecteren van de interventiestrategieën om ervoor te zorgen dat deze aansloten bij de competenties van patiënten met VGV en de context van chronische nierziekten. De uiteindelijke interventie bestond uit een website, consultkaart en brochures om de kennis over nierziekten bij patiënten te vergroten, en hun competenties te verbeteren om zelfmanagement voor te bereiden, uit te voeren en vol te houden. Daarnaast ontwikkelden we een e-learning en een workshop om zorgverleners de competenties te leren om patiënten met VGV te identificeren en te ondersteunen. Een evaluatie toonde aan dat de verschillende componenten van de interventie bruikbaar, nuttig en begrijpelijk waren voor patiënten met VGV en hun zorgverleners. In hoofdstuk 5 staan de resultaten van een quasi-experimentele studie met een interventie- en een controlegroep, waarin 147 patiënten met milde tot ernstige chronische nierziekten en 48 zorgverleners uit vier huisartsenpraktijken en vijf poliklinieken nefrologie werden geïncludeerd. De onderzoeksdata werd verzameld op drie tijdstippen, bij aanvang van de studie en na vier en negen
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw