254 gezondheidsvaardighedeninterventies uit, evenals theorieën en methoden voor interventieontwikkeling. Tot slot introduceren we hoe de effectiviteit en kosteneffectiviteit van dergelijke interventies kunnen worden geanalyseerd. In hoofdstuk 2 presenteren we bewijs uit een systematische review voor wat betreft factoren die mogelijk de relatie tussen VGV en gezondheidsuitkomsten mediëren, en voor de effectiviteit van gezondheidsvaardighedeninterventies, toegespitst op nierziekten. In de review werden 48 studies geïncludeerd, die over het algemeen van lage kwaliteit waren. De meeste studies richtten zich op patiënten in latere stadia van nierziekten en de communicatie tussen patiënten en zorgverleners werd in deze studies amper onderzocht. Met betrekking tot mediatie, boden de opgenomen studies over het algemeen zwak bewijs voor een verband tussen VGV en zelfmanagement en zorggebruik. Zo vonden we zwak bewijs dat VGV geassocieerd zijn met slechtere kennis over nierziekten en de behandeling, slechter zelfmanagement, onder andere van leefstijl en medicatietrouw, en frequenter bezoeken aan artsen. We vonden echter sterk bewijs voor een verband tussen VGV en roken. We vonden ook sterk bewijs dat VGV geassocieerd zijn met het langzamer doorlopen van processen voor niertransplantatie. Er waren slechts zes studies die interventies voor gezondheidsvaardigheden beschreven. Deze studies boden zwak bewijs dat deze interventies de kennis, besluitvorming over de behandeling en gezond gedrag verbeterden bij patiënten met een chronische nierziekte. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit diepte-interviews en focusgroepdiscussies met 24 patiënten met een chronische nierziekte en VGV en met 37 zorgverleners, uitgevoerd volgens een longitudinaal design. Uit onze data kwamen verschillende thema’s naar voren die van invloed zijn op het zelfmanagement van patiënten met VGV. Patiënten, vooral in eerdere stadia van hun nierziekte, gaven aan onvoldoende bewust te zijn van hun diagnose. Ze noemden ook dat de informatie, die door zorgverleners werd verstrekt, suboptimaal was om hun nierziekte en zelfmanagement volledig te begrijpen. Bovendien vertelden ze belemmeringen te ervaren om te handelen naar adviezen van zorgverleners, bijvoorbeeld voor het verbeteren van leefstijl. Negatieve emoties, lage risicopercepties en vermijding stonden deze patiënten in de weg om de regie te nemen over hun behandeling en ziekte. Patiënten zeiden ook dat het uitdagend was om op de lange termijn zelfmanagement
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw