Annette Westgeest

266 Nederlanse samenvatting bestudeerd en samengevat, waarbij zowel gastheer- als pathogeen-geassocieerde factoren geadresseerd werden. Voor de behandeling van persisterende MRSAbacteriëmie is vancomycine jarenlang de enige aangeraden therapie geweest. In de Verenigde Staten is in 2011 daptomycine opgenomen in de richtlijn. Vooral op basis van ‘expert opinion’ wordt dit nu, als ook het toevoegen van ceftaroline, aangeraden bij persisterende MRSA-bacteriëmie. Een andere uitdaging in de behandeling van S. aureus-bacteriëmie ligt in de vraag welke patiënten meer risico hebben op overlijden dan anderen. Bekende risicofactoren zijn bijvoorbeeld ouderdom, endocarditis, dialyse-afhankelijkheid en persisterende bacteriëmie. Daarnaast is in sommige studies gesuggereerd dat vrouwen een grotere kans op overlijden hebben dan mannen. In hoofdstuk 9 beschrijven we ons onderzoek naar man-vrouw verschillen in een groot prospectief cohort van S. aureus-bacteriëmie patiënten in de Verenigde Staten. We vonden hier geen verschil in mortaliteit, maar wel veel andere verschillen, zoals dat vrouwen – vergeleken met mannen – vaker zwart waren, vaker dialyse-afhankelijk, vaker kunstmateriaal in situ hadden en vaker steroïden hadden gebruikt in de voorafgaande maand. Daarnaast waren vrouwen vaker geïnfecteerd met MRSA (in plaats van MSSA). Alhoewel dit interessante verschillen zijn, zijn deze allemaal al aanwezig bij presentatie, en daarom niet direct verbeterpunten. Dit is anders voor de verschillen in diagnostiek of behandeling, die we ook vonden. Hartecho’s werden minder vaak gemaakt bij vrouwen, en vrouwen werden gemiddeld korter met antibiotica behandeld. De interpretatie van deze verschillen is echter complex, omdat mannen ook vaker gemetastaseerde infecties hadden. Meer diagnostiek in mannen zou kunnen hebben geleid tot meer diagnoses van gemetastaseerde ziekte en daarom langere behandelduur. Andersom is ook mogelijk dat mannen daadwerkelijk meer gemetastaseerde ziekte hadden, en daarom terecht vaker hartecho’s en langere behandelingen hebben ondergaan. Een verschil in benadering op basis van geslacht is hiermee dus niet bewezen, maar deze bevindingen rechtvaardigen zeker extra onderzoek naar de onderliggende oorzaak van de verschillen. Vanwege de contrasterende bevindingen over het vrouwelijk geslacht als risicofactor voor overlijden bij patiënten met S. aureus-bacteriëmie, hebben we een systematisch literatuuronderzoek en meta-analyse verricht (hoofdstuk 10). Hierin werden 89 studies met bij elkaar 132,582 patiënten geïncludeerd. We vonden een verhoogde mortaliteit onder vrouwen, met een verhoogde ‘odds’ van 18% ten opzichte van mannen. Dit verschil bleef bestaan als we alleen studies die corrigeerden voor patiënt- en ziektefactoren includeerden. Dit onderzoek is volledig gebaseerd op observationele studies die voor het grootste deel een ander doel hadden dan naar man-vrouw verschillen te kijken, maar het grote verschil in mortaliteit vraagt om nader onderzoek.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw