Annette Westgeest

265 Nederlandse samenvatting nog vele onzekerheden rondom de behandeling van S. aureus-bacteriëmie en komen complicaties zoals acute nierinsufficiëntie en persisterende bacteriëmie ondanks adequate behandeling veel voor. De heterogeniteit en onvoorspelbaarheid van deze ziekte maken het een complexe uitdaging voor zorgprofessionals en vormen een barrière voor consensus over de beste behandeling. Dat er geen wereldwijde standaard is voor de behandeling blijkt wel uit hoofdstuk 6. Voor dat onderzoek hebben we via sociale media een wereldwijde enquête uitgezet onder zorgprofessionals over de medische praktijk rondom S. aureus bacteriëmie. De kracht van sociale media en een professioneel netwerk werd hiermee mooi geïllustreerd: binnen 20 dagen hadden ruim 2000 artsen uit 71 landen gereageerd. De studie liet zien dat er grote verschillen zijn tussen regio’s op het gebied van eerste keus antibiotica, de toevoeging van rifampicine in het geval van geïnfecteerd kunstmateriaal, het gebruik van de PET/CT scan, en de toedieningswijze van antibiotica. Daarnaast varieerde de definitie van ‘persisterende bacteriëmie’ enorm, van twee tot meer dan zeven opeenvolgende dagen met positieve bloedkweken. Het ontbreken van een wereldwijde standaard kan waarschijnlijk deels verklaard worden door culturele verschillen, verschillen in welvaart en in de organisatie van zorg en verzekeringen. Deels zal het echter ook een gevolg zijn van het gebrek aan hard bewijs door robuuste data. Om behandeling te standaardiseren en uitkomsten te verbeteren zijn daarom grote internationale onderzoeken nodig. In de studie van hoofdstuk 7 onderzochten we het optreden van acute nierinsufficiëntie in patiënten met S. aureus-bacteriëmie. We vonden een hoge incidentie van acute nierinsufficiëntie, die meestal al heel vroeg in de ziekte optrad. In de meerderheid van de patiënten herstelde de nierfunctie weer, meestal binnen de eerste week. Het vroege optreden en snelle herstel suggereren dat hemodynamische veranderingen in het begin van de ziekte een belangrijke rol spelen, en maken toxiciteit van de behandeling als oorzaak minder waarschijnlijk. Inzicht in het ontstaan van een acute nierinsufficiëntie in S. aureus-bacteriëmie is belangrijk, omdat nu de oorzaak vaak onterecht wordt gezocht in de antibiotica, die vervolgens wordt vervangen door een minder effectief middel. Wellicht zijn urine-biomarkers (‘signaalstoffen’), waarvan de rol nu onderzocht wordt, van toegevoegde waarde hierin. Deze biomarkers zouden kunnen helpen om onderscheid te maken tussen nierfalen door schade aan de nier zelf en een buiten de nier gelegen oorzaak. Als gevolg van de lage prevalentie van MRSA-dragerschap in Nederland, zien wij maar zelden een bacteriëmie veroorzaakt door MRSA. Dat is anders in landen waar MRSA endemisch is, zoals de Verenigde Staten, waar MRSA-bacteriëmie aan de orde van de dag is. In die landen wordt dus ook vaker persisterende MRSA-bacteriëmie gezien, waarbij ondanks adequate behandeling de bloedkweken positief blijven. In hoofdstuk 8 hebben we de literatuur rondom persisterende MRSA-bacteriëmie

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw