Annette Westgeest

264 Nederlanse samenvatting en genetische diagnostiek bij nieuwe positieve MRSA-kweken na behandeling. Dit laatste kan helpen onderscheid te maken tussen het falen van de behandeling of rekolonisatie met een andere bacteriestam. Om inzicht te krijgen in de MRSA eradicatiebehandelingen in onze regio, hebben we de effectiviteit van de behandeling in vijf naburige ziekenhuizen geëvalueerd in de studie die hoofdstuk 4 vormt. We vonden een hoog succespercentage van dragerschapsbehandelingen, met het hoogste aantal successen in de groep patiënten die behandeld was met rifampicine en doxycycline. Het betrof echter retrospectief onderzoek in een relatief kleine groep, dus het voordeel van deze combinatie is hiermee niet direct bewezen. Om dit te verhelderen voeren we momenteel de CLEANEST studie uit, een prospectief onderzoek in 11 ziekenhuizen naar de meest effectieve systemische behandeling van MRSA-dragerschap. Ook verschillen in de MRSA-bacterie zelf kunnen wellicht bijdragen aan de kans op succesvolle dragerschapsbehandeling. In hoofdstuk 5 beschrijven we onze exploratieve studie naar genetische karakteristieken van MRSA-stammen en hun effect op de succeskans van de behandeling. We vonden een hogere kans op falen in patiënten die gekoloniseerd waren met een ziekenhuis-gerelateerde stam. Alhoewel het een kleine heterogene groep betrof, suggereert deze studie wel dat verschillen aan de kant van het pathogeen ook van invloed zijn. Beter begrip over de impact van deze genetische verschillen in de verwekker zou kunnen bijdragen aan een meer geïndividualiseerde behandeling van MRSA-dragers in toekomst. Concluderend is er ruimte voor verbetering in alle verschillende stappen van MRSA dragerschapsbehandeling, en benadrukt dit het belang van een holistische benadering bij de aanpak van verbeteringen in de gezondheidszorg en de lokale toepassing hiervan. Uitdagingen in het management van Staphylococcus aureus bacteriëmie Wanneer S. aureus (zowel de meticilline-resistente MRSA als de niet-resistente MSSA) eenmaal de bloedbaan is binnengedrongen, kan de bacterie tot desastreuze ziekte leiden met uitgebreide infectiehaarden door het hele lichaam. Ongecompliceerde S. aureus-bacteriëmie bestaat ook, maar is moeilijk te onderscheiden van een vroege fase van gecompliceerde ziekte en waarschijnlijk zeldzamer dan gedacht. Het hele spectrum bij elkaar zorgt voor een incidentie van ongeveer 30 per 100,000 persoonsjaren, en heeft een mortaliteit van 20-30%. Er wordt al decennialang onderzoek gedaan naar deze ziekte, waardoor we bijvoorbeeld weten dat een consult van een infectioloog, herhaalde bloedkweken en het routinematig maken van hartecho’s allemaal bijdragen aan betere uitkomsten voor de patiënt. Toch zijn er

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw