Annette Westgeest

263 Nederlandse samenvatting MRSA weinig voorkomt in ons land is voor een groot deel te danken aan ons ‘search and destroy’-beleid. Dit beleid houdt in dat we risicopatiënten screenen en isoleren, en MRSA-dragerschap behandelen. Het doel van dit beleid is MRSA-kolonisatie te minimaliseren, om zo verspreiding en infecties te voorkómen. Het succes van dit beleid hangt af van verschillende opeenvolgende stappen. De eerste stappen zijn de identificatie van MRSA-dragers en het starten van een eradicatiebehandeling. In hoofdstuk 2 beschrijven we ons onderzoek naar de bekendheid van huisartsen met het ‘search and destroy’-beleid, en barrières voor de toepassing ervan. Opvallend weinig huisartsen bleken bekend met het beleid rondom MRSA in Nederland, of met de MRSA-eradicatierichtlijn. Daarnaast werden er verscheidene redenen gegeven om af te zien van dragerschapsbehandeling. De meest voor de hand liggende verbeteringen in deze stappen zijn daarom het vergroten van de bekendheid met het beleid, en het opnemen ervan in de huisartsenrichtlijn. Het is belangrijk te benadrukken dat bovenstaande studie zich specifiek richt op de Nederlandse situatie, en niet direct te vertalen is naar andere landen. De grote variatie in het voorkomen van MRSA over de wereld heeft een aanzienlijke invloed op de rationale achter dragerschapsbehandelingen, zoals we beschrijven in hoofdstuk 3. Door een hoog risico op rekolonisatie (herbesmetting) is er in een situatie met veel MRSA een lagere kans om langdurig MRSA-vrij te blijven na een dragerschapsbehandeling. In die setting leidt het ‘search and destroy’-beleid zoals wij dat kennen waarschijnlijk niet tot een vermindering van het aantal dragers. In landen waar MRSA endemisch is, is het daarom passender om de focus te leggen op kortdurende verlaging van de bacteriële load, om de kans op ziekenhuisbesmettingen en postoperatieve infecties te verkleinen. Naast de kans op rekolonisatie, bemoeilijken individuele risicofactoren voor het falen van een eradicatiebehandeling de kans op een geslaagde eradicatie op lange termijn. Zowel het behandeldoel als de kans op blijvende eradicatie zouden daarom moeten worden meegenomen in de beslissing om wel of geen eradicatiebehandeling te starten in een individuele patiënt. Als laatste ‘stap’ in het ‘search and destroy’ beleid draagt de effectiviteit van de eradicatiebehandeling bij aan het succes van het beleid als geheel. Ook in hoofdstuk 3 beschrijven we de effectiviteit van de verschillende behandelstrategieën. De combinatie van mupirocine neuszalf en desinfecterende zeep is zeer effectief in het dekoloniseren van neusdragerschap, maar lijkt onvoldoende werkzaam in patiënten die gekoloniseerd zijn op andere plekken dan de neus. Het meeste bewijs in deze patiëntencategorie is er voor een combinatie van topicale therapie (antimicrobiële neuszalf en desinfecterende zeep) met rifampicine en een tweede systemisch werkend antibioticum. De toepasbaarheid in de praktijk van de studies over MRSAdragerschap wordt echter negatief beïnvloed door het frequente ontbreken van gegevens over dragerschapsstatus van huisgenoten, lange termijn vervolgkweken,

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw