Renate van Keulen

48 Hoofdstuk 2 wat leidde tot een overeenstemming van 95% tussen de analyseresultaten van de eerste en tweede onderzoeker. Bij de analyse op motivatie en leren bleken vier opmerkingen anders geduid te zijn en was er een overeenstemming van 80% tussen de analyses van de eerste en tweede onderzoeker. De oorzaak van het interpretatieverschil bleek bij alle vier de opmerkingen te liggen bij het onderdeel leren, meer specifiek bij het verschil tussen creëren en toepassen. Deze categorieën zijn op basis van de analyse van de tweede onderzoeker duidelijker gespecificeerd, met het oog op het gebruik van het analysemodel in onderzoekscyclus 2 en 3. De opdrachten van de leerlingen zijn door de tweede onderzoeker geanalyseerd tijdens onderzoekscyclus 2. Het betrof twee analyses: een analyse van de inzichten en antwoorden op de hoofdvraag volgens het model dat gebaseerd is op de leesniveaus van Witte (2008) en een analyse van de uitvoering van de redeneerstappen (beschrijven, betekenis geven en concluderen). In beide gevallen zijn tien volledige opdrachten van de leerlingen door de tweede onderzoeker geanalyseerd (ongeveer 20% van het totaal). Bij de analyse van de inzichten en antwoorden op de hoofdvraag ging het om 50 antwoorden, waarvan er 44 (88%) hetzelfde werden geduid door beide onderzoekers. Bij de analyse van de redeneerstappen ging het om in totaal 30 stappen. Daarvan werden er 26 hetzelfde geduid door beide onderzoekers, wat een overeenstemming van 87% betekent. Bij de vier opdrachten die verschillend geïnterpreteerd werden, betrof het steeds een verschil in interpretatie tussen ‘betekenis geven’ en ‘concluderen’. De beschrijving van deze labels is om die reden verder aangescherpt met het oog op de analyse van de redeneersappen in onderzoekscyclus 3. De grote overeenstemming tussen de uitkomsten van de analyses van beide onderzoekers laat zien dat de gebruikte analyse-instrumenten en codering voldoen en ook in de volgende onderzoekscycli gebruikt kunnen worden. 2.4.6 Interpretatie en evaluatie van de resultaten Het analyseren van de opdrachten en de toelichtende opmerkingen bij de evaluaties diende als zoeklicht om patronen in de activiteiten en ervaringen van de leerlingen te ontdekken. Deze patronen heb ik aan elkaar gerelateerd en vervolgens verbonden met de lesobservaties en de mondelinge interviews met de leerlingen (onderzoekscyclus 2). Dit leidde in iedere onderzoekscyclus tot conclusies over de werking van het ontwerp en de invloed van het ontwerp op leren en motivatie. Op basis van de bevindingen formuleerde ik ten slotte implicaties voor de volgende versie van het ontwerp.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw