Renate van Keulen

418 Bijlagen Uitgebreide versie van het instrument voor het analyseren van de redeneerstappen van de leerlingen op basis van de niveaus van literaire competentie van Witte (2008) (vervolg) Reflecterend Vragen gericht op de betekenis van gebeurtenissen of beweegredenen van personages. Is het gezien de oorlogssituatie begrijpelijk dat Osewoudt meewerkt aan de gewelddadige verzetsactie? Antwoorden waarin de leerling abstraheert van eigen gevoelens en ervaringen, een genuanceerd oordeel geeft over het personage en diens handelen (vooral moreel) en verwijst naar de tekst en eigen opvattingen. Osewoudt wil door mee te helpen met het verzet een held zijn. Hij denkt niet na over of zijn daden goed of fout zijn, omdat hij vindt dat ze vanwege de oorlog gerechtvaardigd zijn. De leerling gebruikt de informatie uit de bron om kritisch en analytisch naar de roman te kijken en zich vervolgens een mening te vormen over met name morele kwesties in de roman. Het bijgestelde antwoord geeft de reflectie en de gevormde mening weer. Het verwoorde inzicht is een generalisering op basis van de betekenis van gebeurtenissen of beweegredenen van romanpersonages en is vooral moreel van aard. Interpreterend Vragen gericht op interpretatie van diepere betekenislagen van de roman, waarbij ook vorm een rol speelt. Waarom kiest de auteur ervoor om een Osewoudt en Dorbeck zo op elkaar te laten lijken? Antwoorden waarin de leerling hypothetisch redenerend tot een eigen interpretatie komt, waarbij de subjectieve ervaring meer op de achtergrond raakt. Dorbeck is aan de ene kant een dubbelganger, maar aan de andere kant heeft hij alles wat Osewoudt niet heeft. Daarmee wordt duidelijk dat Osewoudt zichzelf als minderwaardig ziet, wat ook verklaart waarom hij al zijn daden pleegt: hij wil iemand (anders) zijn. De leerling gebruikt de informatie uit de bron om deze te verbinden met de roman en opnieuw na te denken over zijn eerdere interpretatie, waarbij het mogelijk is dat hij deze grondig herziet. Het bijgestelde antwoord laat aanvullende argumenten zien op basis van de bronnen, of indien nodig een goed beargumenteerde aangepaste interpretatie. Het verwoorde inzicht richt zich op diepere betekenislagen of vormkernmerken van de roman of literatuur in het algemeen en laat zien dat de leerling beseft dat de roman geconstrueerd is.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw