373 Conclusies, discussie en aanbevelingen deze paragraaf gebruik om antwoord te geven op de hoofdvraag. Ik beperk me in deze paragraaf tot overkoepelende conclusies die volgen uit de ontwerpfase. De conclusies van de vooronderzoeken, gepresenteerd in hoofdstuk 3 t/m 7, laat ik buiten beschouwing. Wel spelen ze indirect een rol, omdat ze hebben geleid tot de uitgangspunten van het ontwerp. 13.2.1 Opbrengsten De ontwerpfase die in hoofdstuk 8 t/m 12 van dit proefschrift wordt beschreven, startte met de constructie van een prototype dat op basis van vijf vooronderzoeken tot stand kwam. Het eerste vooronderzoek dat ik uitvoerde, leverde inzichten op over de mogelijkheden en onmogelijkheden van digitalisering en gamification van het literatuurgeschiedenisonderwijs (hoofdstuk 3). Het tweede en derde vooronderzoek (hoofdstuk 4 en 5) gaven inzicht in de benaderingen van het literatuurgeschiedenisonderwijs, zowel vanuit de theorie als de praktijk, en leidden tot het voorstel voor een didactiek die de vier traditionele benaderingen (tekstgericht, cultuurhistorisch, contextgericht en lezersgericht) combineert. Op basis van deze twee onderzoeken ontwikkelde ik in een vierde vooronderzoek een didactische uitwerking van een bestaand model voor literatuurhistorisch redeneren waarmee leerlingen inzichten kunnen verwerven over en met literatuur (hoofdstuk 6). In het vijfde vooronderzoek (hoofdstuk 7) heb ik de voorgestelde didactiek toegepast op de roman De donkere kamer van Damokles van W. F. Hermans (1958). Om de inhoud van de opdrachten te bepalen, voerde ik een onderzoek uit naar de roman op basis van secundaire literatuur. Dit onderzoek leidde tot vier inzichten waar de leerlingen in hun opdrachten naartoe moeten werken en een hoofdvraag over de roman die zij op basis van deze inzichten moeten beantwoorden. Het onderzoek naar De donkere kamer van Damokles liet zien dat de voorgestelde didactiek toepasbaar is, en leidde daarnaast tot een nieuwe didactische benadering van de roman. In het ontwerponderzoek zijn achtereenvolgens vier volledige lessenreeksen voor het literatuurgeschiedenisonderwijs ontwikkeld, waarin het redeneermodel is toegepast op De donkere kamer van Damokles. Allereerst ontwikkelde en onderzocht ik een analoge lessenreeks, waarin de leerlingen deels zelfstandig en deels klassikaal de papieren roman lezen en, geïnstrueerd door de docent, opdrachten maken over enkele romanfragmenten die deels klassikaal worden besproken. De analoge lessenreeks is aangepast op basis van de aanbevelingen die volgden uit de eerste onderzoekscyclus (hoofdstuk 9) en in de tweede ontwerpcyclus deels gedigitaliseerd. Op www.redenerenoverliteratuur.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw