372 Hoofdstuk 13 13.1 Inleiding In het inleidende hoofdstuk schreef ik dat onderwijs in historische literatuur positief kan bijdragen aan het historisch en cultureel besef, het sociaal inzicht en de taalvaardigheid van leerlingen, maar ik gaf ook aan dat de kansen die dit onderwijs biedt, in de praktijk niet altijd worden benut. De eerste oorzaak die ik hiervoor gaf, is dat docenten bij de literatuurgeschiedenislessen vaak kiezen voor klassikaal onderwijs waarin weinig ruimte is voor eigen inbreng en reflectie, met als gevolg dat leerlingen de lessen niet als motiverend ervaren. Als tweede oorzaak noemde ik het gebrek aan een methode waarmee leerlingen leren hoe zij kunnen reflecteren over historische literatuur, waardoor hun capaciteiten mogelijk niet genoeg worden benut. Op basis van positieve ervaringen met het gebruik van digitale games in het (literatuur)onderwijs, veronderstelde ik dat een digitale game die leerlingen leert nadenken over historische literatuur een oplossing kan bieden voor de bestaande problemen op het gebied van leren en motivatie. Een activerende en motiverende game zou er met andere woorden aan kunnen bijdragen dat de potentie van historische literatuur in het onderwijs beter wordt benut. Op basis van deze gedachte startte ik een ontwerponderzoek met als hoofdvraag: Welke elementen moet een digitale game voor het literatuurgeschiedenisonderwijs bevatten die leerlingen uit de bovenbouw van het vwo motiveert en leert nadenken over en met historische teksten? Om de vorm en inhoud van de game te bepalen, voerde ik vijf vooronderzoeken uit op basis waarvan ik de inhoudelijke, didactische en gametechnische uitgangspunten van de game vaststelde. Met deze uitgangspunten ontwikkelde ik een prototype dat vervolgens in drie ontwerpcycli verder is ontwikkeld, onderzocht en aangepast. Het eindresultaat van het ontwerponderzoek – de digitale game – is gepresenteerd in hoofdstuk 12. In paragraaf 13.2 beschrijf ik de opbrengsten en conclusies van het ontwerponderzoek en beantwoord ik de hoofdvraag. In paragraaf 13.3 reflecteer ik op de conclusies door ze te verbinden met bestaande literatuur en kritisch in te gaan op de beperkingen van mijn onderzoek. Ook bespreek ik in deze paragraaf enkele mogelijkheden voor vervolgonderzoek. In paragraaf 13.4 ten slotte geef ik een aantal aanbevelingen voor het literatuuronderwijs die uit het onderzoek volgen. 13.2 Opbrengsten en conclusies Mijn ontwerponderzoek heeft geleid tot een aantal theoretische en praktische opbrengsten die ik in deze paragraaf als eerste presenteer. Vervolgens formuleer ik een aantal conclusies op basis van het uitgevoerde onderzoek, die ik in het slot van
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw