Renate van Keulen

347 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp zijn de handelingen van de leerlingen bij twee redeneeractiviteiten geanalyseerd. Ook deze analyses zijn gekoppeld aan de evaluerende opmerkingen en de lesobservaties. De analyses van de twee deelopdrachten laten zien dat een grote groep leerlingen de handelingen op de juiste manier uitvoert en minder leerlingen dan bij Lessenreeks 2 een interpretatie geven bij ‘beschrijven’ of de stappen ‘betekenis geven’ en ‘concluderen’ verwisselen. De evaluaties laten zien dat de leerlingen in Lessenreeks 3 ook minder problemen ervaren met de redeneerstappen dan in Lessenreeks 2. De stappen worden nog wel als ‘herhalend’ ervaren, maar veel minder vaak als ‘onduidelijk’. De hulpteksten die de leerlingen in deze digitale versie kunnen aanklikken, blijken effectief. De lesobservaties laten zien dat leerlingen die vragen hadden, door gebruik van de hulpicoontjes weer verder konden met de opdracht. Wel is het belangrijk om in die hulpteksten te zorgen voor meer overzicht. Uit enkele evaluerende opmerkingen blijkt dat de grote hoeveelheid tekst in de hulpteksten tot weerstand kan leiden. De resultaten en evaluaties laten zien dat in Lessenreeks 3 veel minder problemen worden ervaren bij het uitvoeren van de redeneerstappen dan in Lessenreeks 2. Dat een groep leerlingen nog ervaart dat de stappen ‘herhalend’ zijn, laat zien dat het doel van de stappen voor deze leerlingen nog onduidelijk is. Ze voeren de stappen daardoor verkeerd uit en ervaren vervolgens dat ze twee keer dezelfde handeling verrichten. Een probleem met de leerlingen die het doel van de stappen niet kennen, is dat zij zich er niet van bewust zijn dat ze de handelingen onjuist uitvoeren. Anders dan de leerlingen die de stappen ‘lastig’ noemen, zullen zij daardoor minder geneigd zijn hulp in te schakelen. Om te voorkomen dat leerlingen de stappen structureel verkeerd uitvoeren en daardoor minder nut en leerplezier ervaren, is het wenselijk om een extra vorm van ondersteuning in het ontwerp op te nemen, bijvoorbeeld in de vorm van een modelopdracht, voordat de leerlingen zelfstandig met de redeneeropdrachten beginnen. Op basis van de analyses, evaluaties en lesobservaties kan de vraag of leerlingen leren redeneren positief worden beantwoord. De leerlingen leren omgaan met de methode. Ze maken in de loop van de lessenreeks steeds minder vaak gebruik van de hulpicoontjes en stellen minder inhoudelijke en praktische vragen aan de docent. Ook was zichtbaar dat de leerlingen in de latere lessen sneller klaar waren dan in de eerste lessen, terwijl ze meer redeneerstappen moesten uitvoeren. Er zijn op basis van Lessenreeks 3 geen aanwijzingen dat de leerlingen in de loop van de lessenreeks ook beter worden in het redeneren. De derde vaag bij deze onderzoekscyclus luidt: ‘Leidt de digitale presentatie van het verhaal tot voldoende verhaalbegrip bij leerlingen om de opdrachtenreeks uit te kunnen voeren?’ Voor het beantwoorden van de derde onderzoeksvraag zijn de ervaringen van de

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw