346 Hoofdstuk 11 11.6.1 Conclusies De eerste onderzoeksvraag van deze onderzoekscyclus is of de opdrachten ertoe leiden dat de 89 leerlingen die Lessenreeks 3 hebben gevolgd de beoogde inzichten en het beoogde antwoord op de hoofdvraag formuleren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is een analyse uitgevoerd van de inzichten die de leerlingen hebben verworven in level 1 t/m 4 en het antwoord op de hoofdvraag dat zij hebben gegeven in level 5. Deze analyses zijn gekoppeld aan de evaluerende opmerkingen van de leerlingen en de lesobservaties. Net als bij Lessenreeks 2 blijkt dat veel leerlingen wel in de richting van de beoogde inzichten redeneren, maar dat de meeste leerlingen uiteindelijk niet tot deze inzichten komen. De analyses volgens het instrument dat is ontwikkeld op basis van de leesniveaus van Witte (2008) laten zien dat 23 van de 89 leerlingen bij de opdracht binnen het historisch perspectief tot het beoogde inzicht komen. Bij de opdracht binnen het systeemperspectief zijn dat 28 leerlingen, bij de opdracht binnen het sociaalcultureel perspectief 18 leerlingen en bij de opdracht binnen het individueel perspectief 23 leerlingen. Daarmee is een duidelijke verbetering zichtbaar ten opzichte van de resultaten van Lessenreeks 2. Die verbetering lijkt met name veroorzaakt te worden door aanpassingen met betrekking tot de bronnen die op basis van de aanbevelingen van onderzoekscyclus 2 zijn doorgevoerd. Het opvallendste resultaat is te zien bij de opdracht binnen het sociaal-cultureel perspectief, waarbij in Lessenreeks 2 geen enkele leerling de broninformatie in het inzicht gebruikte en tot het beoogde inzicht kwam, terwijl in de derde lessenreeks 18 leerlingen deze broninformatie wel gebruikten en het beoogde inzicht formuleerden. Ook bij de opdracht binnen het systeemperspectief is, als gevolg van de aanpassingen bij de aangeboden bronnen, een duidelijke toename te zien van het aantal leerlingen dat tot het beoogde inzicht komt. Net als bij Lessenreeks 2, is in de vier opdrachten bij Lessenreeks 3 veel variatie te zien in het niveau van de geformuleerde inzichten. Wel is de spreiding in Lessenreeks 3 kleiner dan in Lessenreeks 2. Ook laten minder leerlingen inzichten op herkennend niveau zien en meer leerlingen inzichten op interpreterend of letterkundig niveau. De resultaten van de individuele leerlingen bevestigen dat leerlingen flexibel en selectief te werk gaan bij het inzetten van hun leeshouding. Voor het antwoord op de hoofdvraag zetten de meeste leerlingen een herkennende houding in, terwijl veel leerlingen bij andere opdrachten, omdat de opdracht hen daartoe uitnodigt, kiezen voor een interpreterende of letterkundige leeshouding. De tweede onderzoeksvraag van deze onderzoekscyclus is of de opdrachtenreeks ertoe leidt dat leerlingen leren redeneren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden,
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw