Renate van Keulen

340 Hoofdstuk 11 interessante suggestie, omdat een quiz of spel niet alleen ondersteuning biedt bij het verhaalbegrip, maar ook zorgt voor meer variatie en interactie in het ontwerp en voor een sterkere ‘gamebeleving’. 11.5 Motivatie en leren Dit onderzoek richt zich op het ontwerp van een game die leerlingen op een motiverende manier leert nadenken over historische teksten. In deze paragraaf bespreek ik in hoeverre de derde versie van het ontwerp leerlingen aanzet tot leren en leidt tot motivatie. Voor deze bespreking maak ik gebruik van de opmerkingen met betrekking tot motivatie en leren die leerlingen maakten in de evaluaties. In de bespreking verwijs ik ook naar de lesobservaties en de resultaten van de opdrachten die in paragraaf 11.4 zijn gepresenteerd. 11.5.1 Motivatie De observaties bij Lessenreeks 3 laten zien dat de leerlingen gedurende de lessenreeks veel focus hadden en over het algemeen volledig verdiept waren in hun scherm en de activiteiten die zij daarop uitvoerden. De leerlingen werkten iedere les hard en hielden zich gedurende de lessen niet bezig met andere zaken of met hun klasgenoten. Daarmee was duidelijk de ‘zuigkracht’ zichtbaar die volgens Aldrich (2005) de grootste kracht is van digitale educatieve games. In het programma volgen de verschillende stappen elkaar automatisch op, waardoor leerlingen niet zoals bij een ‘normale’ les moeten schakelen tussen verschillende activiteiten. Hierdoor kunnen ze hun concentratie lang vasthouden en ontstaat de zogenaamde ‘flow’ waarin leerlingen terechtkomen. In de lessen was te zien dat deze sterke focus een positief effect had op de betrokkenheid van de leerlingen bij hun taken. Tegelijkertijd betekent het ook dat werken met het ontwerp een volledig individuele ervaring is, en dat kan op zijn beurt een negatief effect hebben op de motivatie van leerlingen (Van Roy & Zaman, 2017). Om inzicht te krijgen in de motivatie van de leerlingen bij Lessenreeks 3, zijn de toelichtende opmerkingen met betrekking tot motivatie die de leerlingen tijdens de evaluatie hebben gemaakt net als bij Lessenreeks 1 en 2 geanalyseerd met het instrument in Tabel 2.6, gebaseerd op de motivatietheorie van Deci en Ryan (2002). Dat houdt in dat de toelichtende opmerkingen zijn ondergebracht in de categorieën ‘intrinsieke motivatie’ (de leerling vindt de lessenreeks of delen ervan mooi of leuk), ‘geïdentificeerde motivatie’ (de leerling vindt de lessenreeks of delen ervan nuttig of belangrijk), ‘externe

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw