34 Hoofdstuk 2 lessenreeks al eerder hadden gevolgd. Zij kregen een alternatieve literatuuropdracht van hun docent en hebben niet aan het onderzoek deelgenomen. Gedurende de onderzoeksperiode werd de lessenreeks ingebed in het programma van vwo-5 van het Van Maerlantlyceum. Dit betekent concreet dat het afronden van de lessenreeks gelijkstond aan het verwerken van een van de verplicht te lezen boeken voor het examenprogramma. In alle klassen waren de leerlingen verplicht om de lessenreeks te volgen. Wel konden zij beslissen of ze al dan niet deel wilden nemen aan het onderzoek. Omdat de leerlingen allen 16 jaar of ouder waren, mochten ze deze beslissing zelf nemen, zonder dat instemming van ouders of verzorgers nodig was. De leerlingen zijn mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de betekenis van hun deelname aan het onderzoek. Alle 175 leerlingen hebben door ondertekening van een informed consentformulier toegestemd in het gebruik van de bij hen verzamelde data voor het onderzoek. Voor aanvang van het onderzoek zijn de procedure en methode voor dataverzameling getoetst en goedgekeurd door de ethische toetsingscommissie van de Tilburg School of Humanities and Digital Sciences. 2.4.2 Procedure, instrumenten en dataverzameling De lessenreeks in onderzoekscyclus 1 (schooljaar 2019-2020) bestond uit vijf lessen die werden gegeven door mij als onderzoeker (en vaste docent van de klas). Tijdens de lessen noteerde ik mijn observaties en op basis hiervan schreef ik na afloop van iedere les een kort verslag van het lesverloop. De leerlingen leverden hun opdrachten in via de elektronische leeromgeving, waarmee zij al bekend waren. Binnen een week na het afronden van de eindopdracht in les 5 hield ik met iedere leerling individueel een mondeling interview. Dit vond plaats na afloop van hun mondeling examen literatuur. Het interview startte met een vraag over de moeilijkheidsgraad van de roman die de basis vormde van de lessenreeks. Vervolgens kregen de leerlingen zes vragen over het nut, de effectiviteit en hun waardering van de lessenreeks. Om de leerlingen te stimuleren duidelijke keuzes te maken, werd bij ieder onderdeel gevraagd naar extreme oordelen, zoals ‘Wat vond je het slechtst van deze lessenreeks?’ en ‘Van welk onderdeel heb je het meest geleerd?’ In Tabel 2.2 worden de zes evaluatievragen weergegeven. De leerlingen beantwoordden de vragen allemaal in de volgorde van de tabel. Ze mochten op de vragen meerdere antwoorden geven. Bij de vraag ‘Van welk onderdeel heb je het meest geleerd?’ konden de leerlingen dus ook twee of meer onderdelen noemen. Bij ieder genoemd onderdeel werd de leerlingen gevraagd kun keuze toe te lichten.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw