337 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp De analyse van de redeneerstappen in de twee deelopdrachten laat zien dat veel leerlingen de stappen op de juiste manier uitvoeren. De resultaten laten ook zien dat meerdere leerlingen moeite hebben een neutrale beschrijving te geven en hun interpretatie uit te stellen, en dat meerdere leerlingen het lastig vinden om onderscheid te maken tussen de stappen ‘betekenis geven’ en ‘concluderen’. Wel verloopt de uitvoering van de stappen op basis van de uitgevoerde analyse in Lessenreeks 3 beter dan bij Lessenreeks 2 en hebben in verhouding minder leerlingen problemen met de redeneerstappen. De evaluaties van de leerlingen bij Lessenreeks 3 bevestigen dit beeld. In tien opmerkingen wordt het systeem lastig genoemd, maar dit betreft slechts een keer het onderscheid tussen ‘betekenis geven’ en ‘concluderen’ (‘Bij de bronnen vond ik het moeilijk om in 3 denkstappen te formuleren, ik vond het moeilijk om een verschil te maken tussen betekenis geven en concluderen’). De andere opmerkingen gingen over het redeneren als geheel (‘Het hele systeem was ingewikkeld’). In de evaluaties valt op dat het onderscheid tussen de stappen bij Lessenreeks 3 minder vaak lastig wordt genoemd. Dit sluit aan bij de resultaten van de analyses in deze paragraaf. Het aanpassen van de redeneerstappen en het toevoegen van de hulpicoontjes, die bij de redeneerstappen regelmatig zijn gebruikt, lijken effect te hebben. Wel wordt, net als in de evaluaties van Lessenreeks 2, nog steeds in meerdere opmerkingen aangegeven dat de stappen ‘herhalend’ zijn (‘Ik vond het niet fijn om bij elke opdracht de betekenis, conclusie en het andere op te schrijven, omdat het teveel op elkaar leek voor mij’). Nog altijd lijkt het erop dat veel leerlingen het onderscheid tussen de stappen ‘betekenis geven’ en ‘concluderen’ niet kennen of begrijpen. In paragraaf 10.6 gaf ik aan dat dit leidt tot kwaliteitsverlies in de redenering. Leerlingen die alle drie de stappen goed uitvoeren, vinden veel vaker de kernboodschap in de bronnen dan leerlingen die (de) stappen niet goed uitvoeren. Om die reden is het belangrijk dat de hulpteksten voor de leerlingen duidelijk en overzichtelijk zijn. Uit een aantal evaluerende opmerkingen blijkt dat leerlingen met name de lange hulpteksten niet overzichtelijk genoeg vinden. In de volgende versie van het ontwerp moeten de hulpteksten toegankelijker zijn, zodat meer leerlingen er (beter) gebruik van kunnen maken. Het grootste deel van de evaluerende opmerkingen die over de redeneerstappen gaan, is positief van aard. In 69 opmerkingen geven leerlingen aan dat ze van de stappen geleerd hebben (‘Ik vond het vooral apart om te zien dat ik echt progressie zag in de manier van beantwoorden. In het begin was het lastig, maar het werd steeds makkelijker en interessanter voor jezelf als je het snapt’). In 33 opmerkingen noemen leerlingen het redeneren ‘goed’, ‘leuk’ of ‘mooi’ (‘Deze manier van leren vind ik erg origineel en leuk. Op deze manier is het ook
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw