Renate van Keulen

333 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp betrokken waren en hard werkten, lijkt het erop dat de digitalisering van het ontwerp ervoor zorgt dat de leerlingen (nog) meer focus hebben en meer tekst produceren. De resultaten van de leerlingen bij de eindopdracht in Lessenreeks 3 bevestigen de conclusie uit paragraaf 10.4.1 dat de leerlingen flexibiliteit tonen bij het inzetten van hun niveaus van literaire competentie. Ook bij Lessenreeks 3 laat geen enkele leerling in alle opdrachten hetzelfde niveau zien. Er is in de resultaten zelfs nog meer variatie te zien dan bij Lessenreeks 2, omdat bij de opdrachten minder leerlingen een herkennend niveau inzetten. Ook in Lessenreeks 3 is zichtbaar dat leerlingen die in de opdrachten interpreterende of letterkundige inzichten formuleren, bij hun antwoord op de hoofdvraag kiezen voor een interpretatie op verhaalniveau. Die interpretatie beargumenteren ze vaak wel uitgebreider dan leerlingen die in eerdere opdrachten vooral een herkennend of reflecterend niveau laten zien. In de 52 evaluerende opmerkingen met betrekking tot de eindopdracht die de leerlingen hebben gemaakt, zijn zij opvallend positief over dit onderdeel. In 19 opmerkingen noemen de leerlingen de opdracht ‘behulpzaam’ (‘Door alles te combineren in de uiteindelijke hoofdvraag, kwamen al mijn tussentijdse conclusies samen. Dit zorgde ervoor dat ik een goed antwoord kon formuleren en het ook echt ging snappen’). In 14 opmerkingen geven leerlingen aan dat ze de opdracht leuk of mooi vinden (‘Het combineren van de inzichten tot een antwoord op de hoofdvraag was leuk, omdat je alles moest concluderen en alles wat je geleerd hebt bij elkaar moest voegen tot een conclusie’). In de opmerkingen wordt ook duidelijk dat de leerlingen in Lessenreeks 3, in tegenstelling tot in Lessenreeks 2, duidelijk ervaren hebben dat ze steeds toewerkten naar een einddoel (‘Het voelt goed om een tijdje aan delen van het antwoord gewerkt te hebben en dat antwoord nu volledig te kunnen geven’). In zeven opmerkingen schrijven leerlingen dat ze van de eindopdracht hebben geleerd (‘Bij het combineren van de inzichten heb ik geleerd om de overeenkomsten te zien en zo tot een antwoord te komen’). Tien van de 54 opmerkingen zijn niet positief van aard. Twee keer wordt het onderdeel onduidelijk genoemd (‘Ik wist niet wat ik hier moest doen’) en twee keer lastig (‘Ik vond dit erg moeilijk en snapte het niet goed’). Opvallend is dat de leerlingen die aangeven dat ze de eindopdracht niet nuttig vinden, er niet van geleerd hebben, of herhaling ervaren, in hun opmerkingen laten zien dat zij de opdracht verkeerd hebben begrepen of niet goed hebben uitgevoerd (‘Van het combineren van de inzichten tot een antwoord op de hoofdvraag heb ik niet echt iets geleerd voor mijn gevoel, omdat ik alleen de inzichten die ik bij eerdere lessen al heb gehad nog een keer heb verwoord’). Het lijkt erop dat deze leerlingen de hulpicoontjes die bij de opdracht staan, niet hebben gebruikt of de hulpteksten niet hebben begrepen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw