329 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp toonden, sluit aan bij de evaluaties, die laten zien dat de leerlingen over het algemeen positief zijn over de inhoud van de opdrachten. In de observaties wordt aangegeven dat de leerlingen soms zichtbaar nadachten, en dat de opdrachten voor de leerlingen uitdagend waren. Toch lijken de opdrachten op basis van de resultaten en de evaluerende opmerkingen inhoudelijk goed aan te sluiten bij het niveau van de leerlingen. Over de inhoud van de opdrachten werden gedurende de lessen weinig vragen gesteld. Soms stelden leerlingen vragen over het verwoorden van inzichten, waaruit bleek dat ze deze stap lastig vonden. Ook voor deze vragen boden de hulpicoontjes meestal een oplossing. Bij de opdracht over het vertelperspectief (level 2) stelden meerdere leerlingen de vraag of zij moesten ingaan op het vertelperspectief in de roman of op het vertelperspectief in het algemeen. Deze vraag van de leerlingen geeft aanleiding om in de volgende versie van het ontwerp deze opdracht wat explicieter te formuleren. Het uitdagende karakter van de opdrachten waarover in de observaties wordt gerapporteerd, lijkt op basis van de evaluerende opmerkingen en de vragen die leerlingen in de les stelden niet zozeer betrekking te hebben op de inhoud van de opdrachten, maar op de analysestappen die de leerlingen moesten uitvoeren. De vragen die de leerlingen tijdens de lessen stelden, betroffen met name deze stappen. De evaluerende opmerkingen over het redeneersysteem bevestigen het beeld dat de leerlingen de analysestappen het lastigste onderdeel vinden van de redeneeropdrachten. De uitdaging die deze stappen bieden, verklaart wellicht voor een deel ook de focus van de leerlingen waarover in vrijwel alle observaties wordt gerapporteerd. In paragraaf 11.4.2 ga ik verder in op de ervaringen van de leerlingen met de redeneerstappen. Analyse van de eindopdracht In de eindopdracht (level 5) kregen de leerlingen de vier inzichten gepresenteerd die zij in de eerste vier lessen hadden geformuleerd. Ze kregen de opdracht om deze vier inzichten goed door te nemen en vervolgens de overeenkomsten of lijnen te beschrijven die zij zagen. De opdracht bij deze stap is aangepast op basis van de aanbevelingen die volgden uit onderzoekscyclus 2. In Lessenreeks 2 bleken veel leerlingen bij deze stap geen inhoudelijke overeenkomst in de inzichten te hebben gezocht, maar een overeenkomst in de werkwijze tijdens het redeneren, of gaven ze een samenvatting. In Lessenreeks 3 is in de opdracht expliciet om een inhoudelijke overeenkomst gevraagd. In de overige twee stappen van de eindopdracht, het beantwoorden van de hoofdvraag ‘Wat is de
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw