323 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp in schijnwaarheden over het verhaal of de hoofdpersoon kan afdwingen. Je kan als lezer helemaal de verkeerde kant op gaan denken door de manier waarop de auteur jou dingen laat zien.’ (Leerling 74) De resultaten van de leerlingen in Lessenreeks 3 wijken iets af van de resultaten die de leerlingen in Lessenreeks 2 lieten zien. Minder leerlingen tonen in Lessenreeks 2 een ‘reflecterend inzicht’ (76% bij Lessenreeks 3 tegenover 58% bij Lessenreeks 2). In tegenstelling tot Lessenreeks 2, toen geen enkele leerling een ‘herkennend inzicht’ toonde, doen 9 leerlingen dit nu wel. Aan de andere kant laten meer leerlingen in Lessenreeks 3 een van de beoogde inzichten op interpreterend niveau zien (31% in Lessenreeks 3 tegenover 22% in Lessenreeks 2). Mogelijk hebben de extra toelichting en het scheiden van het videofragment en de brontekst ervoor gezorgd dat meer leerlingen de boodschap uit de bron konden halen en konden gebruiken in hun inzicht. Wat betreft de digitalisering van het ontwerp kan ook bij deze opdracht gesteld worden dat er sprake is van kwaliteitsverbetering. Opdracht binnen het sociaal-cultureel perspectief Bij de opdracht binnen het sociaal-cultureel perspectief (level 3) moesten de leerlingen een inzicht verwoorden op basis van een redenering over de vraag hoe schuldig of onschuldig Osewoudt is. De opdracht is inhoudelijk niet aangepast ten opzichte van de opdracht in Lessenreeks 2. Net als bij de andere opdrachten is bij de brontekst wel een introducerende tekst toegevoegd en zijn aanpassingen gedaan in de formulering van de redeneerstappen. Bij deze opdracht laten 22 van de 89 leerlingen (25%) een inzicht van herkennend niveau zien. Ze gebruiken de informatie uit de gegeven bron niet in hun inzicht en geven een oordeel over wat er volgens hen ‘echt’ aan de hand is, gebaseerd op de roman: ‘De redeneerstappen laten mij over schuld en onschuld in De donkere kamer van Damokles inzien dat Osewoudt schuldig is aan de daden die hij zelf heeft gepleegd en die helemaal in het boek uitgeschreven staan. Echter is hij onschuldig als we het hebben over het verraden van de verzetsstrijders. Ik denk zelf dat Dorbeck hier achter zit aangezien hij niet te vinden is en iedereen die van zijn bestaan afwist dood is.’ (Leerling 64) 47 leerlingen (53%) geven op basis van het verhaal een generaliserend inzicht over schuld en onschuld, dat vaak moreel van aard is. Zij laten daarmee een reflecterend niveau zien. Een voorbeeld:
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw