Renate van Keulen

317 De derde onderzoekscyclus: het volledig digitale ontwerp evaluatie in Microsoft-Forms die ze moesten invullen. Na het invullen van de evaluatie klikten de leerlingen terug naar het programma, waardoor de eindopdracht weer op het scherm verscheen zonder de antwoorden van de leerlingen. Het leek erop dat de gegeven antwoorden niet waren opgeslagen, wat tot onrust leidde in klas A, die level 5 als eerste maakte. Uiteindelijk bleken de antwoorden toch allemaal opgeslagen. In de andere twee klassen is deze onduidelijkheid klassikaal gemeld voorafgaand aan de les, waardoor er minder onrust ontstond. De leerlingen kregen gedurende de lessen steeds de opdracht om levels die ze niet hadden afgerond, zelfstandig af te maken. Het grootste deel van de leerlingen hield zich hieraan, waardoor de startsituatie in de lessen voor de meeste leerlingen steeds gelijk was. Dit gaf inzicht in tempoverschillen in de klassen. In alle drie de klassen bleek het tempoverschil tussen individuele leerlingen bij het maken van de opdrachten groot. Sommige leerlingen hadden het level een kwartier voor het einde van de les afgerond en waren daarmee dus binnen een half uur klaar, terwijl andere leerlingen na de les nog een hele pauze van 20 minuten doorwerkten, en dus ruim een klokuur over het afronden van een level deden. De lessenreeks leidde bij ieder level tot 89 voltooide opdrachten die via de software in een Excel-bestand zijn gedownload. Deze opdrachten zijn geanalyseerd zoals weergegeven in paragraaf 2.4.3. De resultaten worden besproken in paragraaf 11.4. De evaluatie, waarbij de leerlingen naar aanleiding van de zes vragen uit Tabel 2.2 onderdelen moesten kiezen en deze keuze nader moesten toelichten, is door 81 leerlingen ingevuld en leidde tot 595 toelichtende opmerkingen die verdeeld zijn over vijf onderwerpen: ‘het redeneersysteem’, ‘een antwoord op de hoofdvraag formuleren’, ‘de opdrachten’, ‘de video met het verhaal’ en ‘overig’. De opmerkingen binnen deze onderwerpen zijn geanalyseerd en voorzien van interpreterende labels. In totaal gaat het om de volgende 11 labels: ‘leerzaam’, ‘behulpzaam’, ‘positief’, ‘nuttig’, ‘niet nuttig’, ‘negatief’, ‘lastig’, ‘onduidelijk’, ‘intensief’, ‘herhalend’ en ‘niet geleerd’. De resultaten van deze analyse worden in paragraaf 11.4 besproken in relatie tot de resultaten van de opdrachten. Ze zijn in tabelvorm weergegeven in Bijlage 5. In een tweede analyse zijn de toelichtende opmerkingen gecodeerd op motivatie en leren. Het gaat om 312 opmerkingen met betrekking tot motivatie en 183 opmerkingen met betrekking tot leren die geanalyseerd zijn met de instrumenten in Tabel 2.6 en 2.7. De resultaten in tabelvorm en de bespreking van deze analyse staan in paragraaf 11.5.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw