30 Hoofdstuk 2 component van EDR is van groot belang, omdat EDR expliciet streeft naar het leveren van een wetenschappelijke bijdrage die ook waardevol is buiten de actuele onderzoeks- en ontwerpsetting (Van den Akker, 1999; Van den Berg & Kouwenhoven, 2008; McKenney & Reeves, 2013; 2019; Plomp, 2013). Volgens Van den Berg en Kouwenhoven (2008) zorgt die theoretische basis ervoor dat voor het bepalen van de elementen die worden toegepast in het ontwerp, de meest recente wetenschappelijke inzichten worden gebruikt. Daarnaast biedt een helder geformuleerde theoretische basis de mogelijkheid om op basis van onderzoek gedurende het ontwerpproces deze theoretische uitgangpunten te bevestigen, te nuanceren of bij te stellen, waarmee het onderzoek bijdraagt aan verdere kennisontwikkeling. 2.2.2 Ontwikkeling en evaluatie In de ontwikkelings- en evaluatiefase vindt een iteratief proces plaats waarin ontwikkelen, implementeren en evalueren elkaar afwisselen. Volgens McKenney en Reeves (2013; 2019) kunnen de onderzoekscycli variëren in omvang en ook bestaan uit meerdere subcycli waarin verschillende onderdelen van het ontwerp worden onderzocht. Het proces start met de ontwikkeling en evaluatie van een eerste prototype van het ontwerp op basis van de geformuleerde ontwerpcriteria en randvoorwaarden. Volgens Van den Berg en Kouwenhoven (2008) kan dit een schetsmatige ‘bouwtekening’ zijn van het ontwerp. In de loop van het proces gaan de prototypes steeds meer de kenmerken vertonen van het uiteindelijke ontwerp. De evaluatie houdt volgens Van den Berg en Kouwenhoven gelijke tred met het ontwikkelingsstadium van het prototype: aanvankelijk kleinschalig en vaak informeel, later grootschaliger en formeler. Voor de grootschaligere evaluaties in latere fasen van het ontwerpproces bevelen McKenney en Reeves (2019) aan om te kiezen voor triangulatie. Door het gebruik van meerdere databronnen, gegevenstypen en methoden voor gegevensverzameling, kunnen complexe fenomenen beter worden begrepen en worden de betrouwbaarheid en validiteit van EDR vergroot. Plomp (2013) beveelt ook aan meerdere onderzoekers bij het proces te betrekken om de objectiviteit te vergroten. EDR-onderzoekers nemen in het onderzoeksproces namelijk vaak meerdere rollen aan (ontwerper, onderzoeker en beoordelaar van de interventie). In de evaluatiefase kunnen verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt, afhankelijk van het doel en de aard van het onderzoek. Ook wat betreft de te gebruiken analysemethoden bevat de literatuur over EDR geen aanbevelingen. McKenney en Reeves (2013) geven aan dat onderzoekers gebruik kunnen maken van kwalitatieve,
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw