212 Hoofdstuk 9 opmerkingen laten zien dat de leerling negatief is over dit onderdeel (‘Het vragen stellen was een beetje saai’) en vier keer wordt het ‘niet nuttig’ genoemd (‘Bij het zelf vragen stellen vroeg ik me af waarom we dit deden’). Negen van de 36 opmerkingen over het zelf stellen van vragen zijn wel positief van aard. De leerling geeft aan ervan geleerd te hebben of het behulpzaam, nuttig of mooi te vinden (‘Door het zelf vragen stellen ga ik kritischer kijken’, ‘Ik vond het onderdeel leuk, want ik kan dit wel goed’). De observaties van de eerste twee lessen bevestigen het beeld dat ontstaat na analyse van de opdrachten en de opmerkingen van de leerlingen. De leerlingen stelden de docent meer vragen dan bij de andere redeneeronderdelen. De vragen maken duidelijk dat de betreffende leerlingen twijfelden of hun vraag aan de eisen voldeed, dat ze lastig tot een vraag kwamen of dat ze het lastig vonden om van een vraag een redeneervraag te maken. Ook de werkhouding van de leerlingen gaf de indruk dat zij de opdracht uitdagend vonden. Verschillende leerlingen hadden er zichtbaar moeite mee om iets op papier te krijgen en meerdere leerlingen bleven langer in de les om de opdracht af te kunnen maken. De opdrachten en opmerkingen van de leerlingen en de observaties geven aanleiding om een alternatief te bedenken voor het onderdeel ‘zelf vragen stellen’ of het onderdeel aan te passen door de leerlingen bij het zelf formuleren van vragen bijvoorbeeld meer sturing te geven. 9.4.2 Redeneren Een redenering afmaken In de derde les van de lessenreeks hebben de leerlingen een door de docent gepresenteerde redenering afgemaakt (zie Tabel 9.3). Het gaat om een redenering op basis van de vraag ‘Welk beeld van de werkwijze van het verzet in Nederland geeft dit fragment over de moord op de jeugdleidster?’ De leerlingen kregen de volgende opdracht: ‘Je gaat nu onderstaande redenering op basis van deze vraag zelf afronden met behulp van bronnenmateriaal. Lees het eerste deel van de redenering goed en volg daarna de stappen zorgvuldig.’
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw