Renate van Keulen

206 Hoofdstuk 9 In de tweede les reflecteert de docent op de opdracht van les 1, met als doel de leerlingen te laten zien aan welke eisen een redeneervraag moet voldoen. Vervolgens bespreekt de docent stap 2 van het stappenplan: het geven van antwoorden op basis van de tekst en het eigen referentiekader. De verhaallijn vanaf het moment dat Osewoudt Dorbeck ontmoet tot aan de ontmoeting met Marianne wordt gegeven. Gezamenlijk wordt het fragment over de ontmoeting met Marianne gelezen (pagina 76 en 77). Bij dit fragment krijgen de leerlingen de opdracht om twee redeneervragen binnen een perspectief naar keuze te stellen en die te beantwoorden op basis van de tekst en het eigen referentiekader. In de derde les reflecteert de docent op de opdracht uit les 2, met als eerste doel de leerlingen (opnieuw) te laten zien aan welke eisen een redeneervraag moet voldoen en als tweede doel te laten zien hoe zij een antwoord goed kunnen formuleren. De leerlingen maken vervolgens aan de hand van een voorbeeld kennis met stap 3, 4 en 5 van het redeneermodel (het gebruiken van bronnen om antwoord te geven, het eerder gegeven antwoord bijstellen en inzichten weergeven). De verhaallijn van de roman wordt gegeven tot aan het fragment waarin Osewoudt bij een verzetsdaad een onschuldige jeugdleidster doodt, omdat zij op het verkeerde moment op de betreffende locatie is (pagina 121 t/m 123). Bij dit fragment moeten de leerlingen een redenering afronden met betrekking tot het historisch perspectief van de roman, waarbij stap 1 en 2 al zijn gegeven. De leerlingen moeten de redenering afronden volgens stap 3, 4 en 5 en krijgen daartoe bronnen aangereikt. Het beoogde inzicht binnen het historisch perspectief bij deze opdracht is dat Hermans in zijn roman een beeld van oorlog en verzet schetst dat afwijkt af van het ‘heroïsche beeld’ dat in romans en films vaak te zien is (zie paragraaf 7.5.4). Hij toont een situatie waarin sprake is van een falende organisatie en waarin vooral ad hoc gehandeld wordt. In de vierde les reflecteert de docent op de opdracht van les 3 met als doel de redeneerstappen te herhalen en te laten zien hoe leerlingen hun antwoorden kunnen formuleren. Vervolgens bespreekt de docent het laatste deel van de verhaallijn van de roman en wordt gezamenlijk een drietal fragmenten gelezen: over het moment waarop Osewoudt en Dorbeck elkaar langer ontmoeten en met elkaar spreken (pagina’s 210211), over de brief die Osewoudt vanuit Engeland schrijft aan de koningin na zijn arrestatie (pagina’s 251 en 252) en over het moment waarop Osewoudt in de gevangenis in Nederland bezoek krijgt van psychiater Lichtenau die ook zijn moeder behandelde (pagina’s 303 en 304). De leerlingen maken vervolgens bij een gegeven redeneervraag een volledige redenering (stap 2 t/m 5 uit Tabel 6.5) binnen het individueel perspectief. Het beoogde inzicht binnen het individueel perspectief voor deze lessenreeks is dat

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw