Renate van Keulen

200 Hoofdstuk 8 26. Na het formuleren van het totaalinzicht klikken de leerlingen op ‘voltooien’. In het boek verschijnt de mededeling dat het einddoel is bereikt en de game is uitgespeeld. De handelingen die de leerlingen in de opdrachten uitvoeren, leren hun niet alleen redeneren over literatuur volgens het ontwikkelde didactisch model, maar hebben ook een functie met het oog op het einddoel. Leerlingen weten bij het spelen van de game dat ieder verworven inzicht bijdraagt aan het formuleren van het totaalinzicht. De gecreëerde context voldoet daarmee aan de definitie van Salen en Zimmerman (2004), waarin wordt gesteld dat leerlingen binnen de ontworpen context betekenisvolle handelingen moeten uitvoeren om tot het einddoel te komen. De stapsgewijze beschrijving van het verloop van de game op basis van de in paragraaf 8.1 geformuleerde ontwerpregels zal in de onderzoekscycli (beschreven in de hoofdstukken 9 t/m 11) dienen als prototype van het ontwerp. In iedere onderzoekscyclus worden onderdelen van het prototype (verder) ontwikkeld, geëvalueerd en waar nodig aangepast. Dit hoofdstuk beschreef de ontwikkeling van het prototype van de game voor het literatuurgeschiedenisonderwijs op basis van ontwerpregels die werden geformuleerd door de uitgangspunten van de vooronderzoeken (beschreven in hoofdstuk 3 t/m 7) te combineren. In de volgende hoofdstukken volgt het verslag van de drie onderzoekscycli waarin het prototype in onderdelen is ontworpen en geëvalueerd.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw