180 Hoofdstuk 7 maakt volgens Juttmann duidelijk dat ondergronds werk niet alleen bestond uit stoere heldendaden. De eerste film waarin echt een minder heroïsch beeld van het verzet wordt gepresenteerd, is volgens de bespreking van Juttmann Als twee druppels water, de filmbewerking van De donkere kamer van Damokles. Met het uitkomen van Soldaat van Oranje (1977) en de verfilming van Pastorale 1943 (1978) is volgens Juttmann de kentering naar meer nuance pas echt ingezet en zijn films over de Tweede Wereldoorlog vanaf dat moment de veelkleurigheid van de historische werkelijkheid gaan weerspiegelen. Inzichten In de besproken literatuur wordt duidelijk dat het beeld dat Hermans neerzet van de oorlog en met name het verzet een beeld is van chaos, onzekerheid en onduidelijkheid. Een beeld dat er volgens Janssen (1983), Smulders (1983) en Otterspeer (2012) toe bijdraagt dat in de roman veel onduidelijk is en Osewoudt én de lezer er niet meer in slagen orde in de chaos van de belevenissen te brengen. Zo dragen de chaos en onduidelijkheid bij aan het centrale thema van de roman: de onkenbaarheid van de werkelijkheid (o.a. Van Hoek & Wingen, 1974; Janssen, 1983; Smulders, 1983; Anbeek, 1990). Dit beeld is anders dan het beeld dat zichtbaar is in de allereerste oorlogsromans, oorlogsfilms tot de jaren 70 en jeugdromans. Bij een opdracht over het beeld dat Hermans in zijn roman schetst van de oorlog en met name het verzet kunnen leerlingen het inzicht verwerven dat dit beeld niet het ‘heroïsche beeld’ is dat (ook) zichtbaar is in (jeugd)literatuur en films. Of – een stap verder – dat de wereld van het verzet zoals Hermans die neerzet een functie heeft in de roman: ze zorgt voor verwarring en onduidelijkheid. 7.5.5 Totaalinzicht In paragraaf 7.4, over de receptiegeschiedenis, en in paragraaf 7.5.1(over de betekenis van de roman, werd duidelijk dat de kritieken en interpretaties veelal gericht zijn op de manier waarop in de roman wordt omgegaan met het thema ‘waarheid’. De manier waarop dit thema in de secundaire literatuur over De donkere kamer van Damokles wordt beschouwd, varieert. Veelvoorkomende onderwerpen zijn de dubbelzinnigheid van de werkelijkheid, de onkenbaarheid van het bestaan, de relatie tussen de gewone en irreële werkelijkheid of letterlijk de vraag: ‘heeft Dorbeck bestaan?’ Ook de inzichten binnen de perspectieven die in paragraaf 7.5.1 t/m 7.5.4 geformuleerd zijn, hebben allemaal te maken met het probleem van de onkenbaarheid van de waarheid in de roman. Het beeld dat Hermans neerzet van het verzet is een beeld van chaos, van onzekerheid en
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw