176 Hoofdstuk 7 Ook in De donkere kamer van Damokles is het belang van de verschillende betrokkenen in de onderzoeksfase duidelijk weerspiegeld. Selderhorst ziet Osewoudt als een oplichter, de pater ziet hem als iemand die God nodig heeft en de psychiater ziet hem als iemand die waanvoorstellingen heeft. Iedereen heeft dus zijn eigen waarheid, gekleurd door zijn eigen perspectief. Wat echt waar is, en of Osewoudt schuldig of onschuldig is, valt niet te bewijzen. De concepten schuld en onschuld worden in De donkere kamer van Damokles zelfs expliciet op de proef gesteld wanneer een medegevangene van Osewoudt in het kamp, een jonge SS’er, zegt: ‘De warhoofdige filosofen die onze westerse beschaving gemaakt hebben, die dachten dat er een verschil was tussen schuld en onschuld. Maar ik zeg: in een wereld waarin iedereen de doodstraf krijgt, daar kan er geen verschil tussen onschuld en schuld bestaan.’ (p. 280) Volgens de SS’er is er geen sprake van een absolute moraal voor mensen die weten dat zij ooit zullen sterven en zijn goedheid en barmhartigheid enkel vermommingen van de angst: ‘De mens zal eraan moeten wennen te leven in een wereld zonder vrijheid, goedheid en waarheid.’ (p. 280) Inzichten Hermans laat in De donkere kamer van Damokles gebruikmakend van het decor van de oorlog zien dat de grenzen tussen goed en kwaad en schuld en onschuld diffuus zijn. Wat Osewoudt ook probeert, het lukt niet om bewijzen te leveren. Het inzicht dat de auteur daarmee een nihilistisch wereldbeeld laat zien, sluit volgens www.lezenvoordelijst.nl aan bij lezers met niveau 5. Omdat de meeste leerlingen in de bovenbouw van het vwo dit niveau niet beheersen (zie probleem 2 in paragraaf 4.3) is dit inzicht voor de meeste leerlingen in vwo-5 wellicht te complex. Leerlingen kunnen vanuit een redenering wel een inzicht verwerven over het lastige onderscheid tussen schuld en onschuld en goed en kwaad en de manier waarop opvattingen hierover voor een groot deel worden beïnvloed door de omstandigheden waarin mensen verkeren. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld inzien dat zij met hun eenentwintigste eeuwse blik heel anders naar schuld en onschuld kijken dan de mensen die net na de oorlog leefden. Zowel het inzicht dat Hermans een nihilistisch wereldbeeld laat zien als het inzicht dat de manier waarop we aankijken tegen schuld en onschuld grotendeels bepaald wordt door de context heeft een duidelijke relatie met het centrale thema van de roman: de onkenbaarheid van de werkelijkheid.
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw