174 Hoofdstuk 7 7.5.3 Inzichten binnen het sociaal-cultureel perspectief Binnen het sociaal-cultureel perspectief staat de relatie tussen de tekst en zijn sociale en maatschappelijke context centraal. Literatuur reflecteert en/of reageert op die context en draagt eraan bij. Leerlingen kunnen binnen dit perspectief inzichten verwerven over de verhouding tussen literatuur en de sociale en maatschappelijke context. Ook kunnen ze inzien dat de definitie van literatuur en de samenstelling van de literaire canon afhankelijk zijn van sociaal-culturele en literair-sociale factoren (Meesterschapsteam, 2021). Vanzelfsprekend kunnen de sociale of maatschappelijke omstandigheden waarin de tekst geschreven is, nauw verweven zijn met de historische context. De scheiding tussen het historisch en sociaal-cultureel perspectief is in dit onderzoek dan ook niet heel strikt. Deze paragraaf richt zich op de meest besproken onderwerpen op het gebied van de sociale en maatschappelijke context in de secundaire literatuur over De donkere kamer van Damokles: het nihilistische wereldbeeld dat Hermans in zijn roman presenteert en de manier waarop in deze oorlogsroman de thema’s goed en kwaad en schuld en onschuld worden behandeld. De donkere kamer van Damokles speelt in de oorlog en kort daarna; een decor dat volgens Janssen (1983, p. 61) een belangrijke functie heeft in de roman: ‘de wereld van collaboratie en verzet is een wereld waarin de orde haar gezicht verliest en de chaos regeert – het decor waarin de belevenissen van Osewoudt zich kunnen afspelen.’ In dat decor van oorlog kunnen volgens Janssen verborgen en verdrongen kanten van personen de kans krijgen om zich te openbaren en is het mogelijk om de bestaande sociale cultuur opzij te zetten. Voor Osewoudt betekent de oorlog dat hij weg kan uit zijn oude leven met Ria, dat in de roman als weinig enerverend wordt gepresenteerd. Het betekent zelfs dat hij (tijdelijk) weg kan van zijn vrouwelijke uiterlijk en iemand anders kan zijn: iemand die zelfs moorden pleegt ‘voor de goede zaak’. De oorlogswereld in De donkere kamer van Damokles is volgens Janssen een jungle, en deelname aan het verzet hoeft volgens hem niet te berusten op een bewuste keuze voor het goede; het verzet kan ook kansen geven om verdrongen wensen uit te leven. In tijden van oorlog is de grens tussen goed of fout lastiger te trekken dan in vredestijd, maar aan de andere kant zien historici ook dat zeker in het naoorlogse Nederland juist heel sterk gedacht werd in termen van goed of fout. Van der Heijden (2001) schrijft dat dit denken zeer zwart-wit was, zonder grijstinten. Kieft sluit daarbij aan in zijn boek Oorlogsmythen. Willem Frederik Hermans en de Tweede Wereldoorlog door te stellen dat dat denken in goed en fout na de bevrijding haast religieuze trekken had
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw