Renate van Keulen

172 Hoofdstuk 7 de verteller, die bepaalt welke informatie zij op welke manier gepresenteerd krijgen. Zodoende is objectiviteit in boeken en films in feite altijd een illusie. Leerlingen zouden ook het inzicht kunnen verwerven dat de lezer door de verteltechniek gebonden is aan het standpunt van Osewoudt, terwijl tegelijkertijd de suggestie van objectiviteit wordt gewekt. 7.5.2 Inzichten binnen het individueel perspectief Binnen het individueel perspectief staat de lezer van de literaire tekst centraal. Literaire ontwikkeling is een individuele eigenschap die van persoon tot persoon verschilt (Meesterschapsteam, 2021). Binnen het individueel perspectief gaat het om de mate waarin individuele kenmerken invloed hebben op leesprocessen, interpretatie en waardering. Inzichten kunnen gericht zijn op het leesproces van de leerling: welk effect heeft de roman op de leerling als lezer en hoe beleeft de leerling de roman? In de besproken secundaire literatuur wordt duidelijk dat De donkere kamer van Damokles voor de lezer een roman is met veel vraagtekens. Niemand kan iets bewijzen; ook de lezer niet, omdat die door het personale perspectief de werkelijke gebeurtenissen achter de gepresenteerde visies niet kan reconstrueren (Janssen, 1983; Van Hoek & Wingen, 1974). Dat alles onzeker is, beseft de lezer pas tegen het einde van de roman, als duidelijk wordt dat er rondom het verhaal van Osewoudt allerlei misverstanden bestaan en vooral veel onduidelijkheid heerst. Op dat moment zijn de lezers volgens Van Hoek en Wingen echter al zo sterk bij Osewoudt betrokken, dat ze niet anders kunnen dan samen met hem wanhopen. Ze hebben de onzekerheid niet zien aankomen, omdat ze het verhaal met Osewoudt beleefden en door de suggestie van objectiviteit niet aan het twijfelen zijn gegaan. Smulders (1983) betoogt dat Hermans door de manier van vertellen bij de lezers bewust een proces van desoriëntatie op gang brengt, waardoor hun houvast steeds meer verdwijnt. Zoals in paragraaf 7.5.1 onder het kopje vertelperspectief al is beschreven, krijgen lezers volgens Smulders in eerste instantie de indruk van realisme. Ze hebben een gevoel van houvast, door oriëntatiepunten zoals data, geografie, en historische feiten en omstandigheden waaraan ze zich kunnen vasthouden. Daarnaast is de roman historisch, wat bij de lezer volgens Smulders het gevoel van realisme versterkt. De desoriëntatie ontstaat volgens Smulders niet doordat de oriëntatiepunten verdwijnen, want die blijven de hele roman door bestaan. Het gaat mis bij het taxeren van het gedrag van Osewoudt. In eerste instantie geeft dit gedrag voor de lezer geen aanleiding om te denken dat Osewoudt buiten de werkelijkheid staat, omdat zijn gedrag in

RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw