171 Vier perspectieven op De donkere kamer van Damokles rechtstreeks wordt getoond: de lezer heeft ‘de illusie dat de verhaalwerkelijkheid hem objectief wordt aangeboden.’ Dit standpunt wordt gedeeld door Smulders (1983) die aangeeft dat de roman realistisch lijkt, omdat de gebeurtenissen corresponderen met de gewone werkelijkheid. Dit leidt volgens Smulders uiteindelijk tot misleiding van de lezer, een onderwerp waarop ik in paragraaf 7.5.2 verder in zal gaan. Ook Van Hoek en Wingen (1974, p. 38) onderkennen dat de lezer door de vertelsituatie gedwongen is Osewoudt te volgen. Ze merken daarbij wel op dat door het gebruik van de derde persoon en het constante gebruik van de familienaam Osewoudt een zekere afstand wordt gecreëerd, maar niet genoeg om de lezer ervan te weerhouden de kant van Osewoudt te kiezen. Volgens Van Hoek en Wingen hebben lezers niet door dat zij in die positie gedwongen worden. Zij geven aan dat dit komt door twee tendensen die beide binnen de personale vertelwijze mogelijk blijken te zijn: ‘De lezer raakt betrokken bij Osewoudt en identificeert zich zelfs met hem. Anderzijds wordt verdoezeld dat de lezer hiertoe gedwongen wordt en dat deze identificatie gevolgen zou kunnen hebben.’ (Van Hoek & Wingen, 1974, p. 38). Van Hoek en Wingen noemen een voorbeeld waarin de identificatie bevorderd wordt door de lezer direct met de gedachten van Osewoudt te confronteren, maar waarin toch sprake is van afstand door het gebruik van de derde persoon: ‘Terwijl hij op straat liep, hoopte hij dat de Duitsers zelf intussen helmen van ander model hadden aangeschaft. Wat zou hem anders niet allemaal kunnen overkomen?’ (p. 23). De lezer verbindt zich door deze verteltechniek met Osewoudt, maar heeft dit dus niet in de gaten door de vertelvorm die ervoor zorgt dat het lijkt of de lezer objectieve, feitelijke informatie krijgt. Dit alles wordt volgens Van Hoek en Wingen versterkt door de scenische vertelwijze, waardoor de lezer alle acties van Osewoudt van dichtbij meemaakt. Van Hoek en Wingen (1974) geven aan dat dit het realiteitsgevoel versterkt en dat de lezer daardoor dicht bij Osewoudt blijft. Het gevolg is dat de lezer ook aan het einde van de roman, wanneer hij geconfronteerd wordt met andere visies op de gebeurtenissen, de kant van Osewoudt moet kiezen. Inzichten Een inzicht dat leerlingen kunnen verwerven over het vertelperspectief in De donkere kamer van Damokles is dat in deze roman een manier van vertellen wordt gebruikt die de lezer op het verkeerde been zet. De lezer volgt immers enkel het standpunt van Osewoudt en is dus volledig van diens visie afhankelijk. Leerlingen die in het tweede deel van de roman net als Osewoudt verrast zijn door zijn reputatie als landverrader, kunnen inzien dat dit komt doordat zij volledig met Osewoudt zijn meegegaan in het verhaal. Leerlingen kunnen ook inzien dat zij een verhaal altijd zien door de ogen van
RkJQdWJsaXNoZXIy MTk4NDMw